De Geo - Havo - Wonen in Nederland - Hoofdstuk 4

Woorden in deze lijst (20)

Origineel

bewonerskenmerk: Eigenschap van de mensen in een wijk of buurt over samenstelling en grootte van de huishoudens, inkomen en leeftijd.
buurtprofiel: Typering van een buurt op bewonerskenmerken, woningkenmerken, woonomgeving en openbare ruimte.
gentrificatie: Het proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied, het aantrekken van kapitaal krachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de lagere klassen uit de buurt of het stadsdeel.
groeiend: Door de overheid aangewezen gemeente om niet al te grote afstand van een grote stad die de suburbanisatie in met name West-Nederland moest opvangen.
herstructurering: Proces waarbij een verouderd en verloederd gebied in de stad planmatig en meestal grootschalig wordt vernieuwd, zodat het voldoet aan de huidige eisen op het gebied van wonen, werken, recreëren en mobiliteit. Vaak verandert daardoor de functie van het gebied.
objectieve veiligheid: De gemeten en geregistreerde criminaliteit in de openbare ruimte (waaronder diefstal, vernieling, mishandeling en ernstige overlast).
openbare ruimte: Grondgebied in de gemeente dat eigendom is en in beheer is van de overheid en in principe voor alle burgers toegankelijk is.
re-urbanisatie: Als het aantal inwoners van een stad weer stijgt na een periode van bevolkingsafname door suburbanisatie.
ruimtelijk beleid: Het (volgens de wet) voorbereiden en plannen van de toekomstige inrichting van een gebied, zoals het groeikernenbeleid en het beleid Vinex-locaties.
ruimtelijke ordening: Het maken van plannen over de (her)inrichting van de ruimte in een gebied.
sociale cohesie: Mate van samenhang tussen de bevolking in een buurt, wijk of gemeente. De samenhang wordt bijvoorbeeld vergroot door de kerk, de school, verenigingen of een buurtactiviteit.
sociale veiligheid: De bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door de dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Er wordt onderscheid gemaakt in subjectieve en objectieve veiligheid.
stadsvernieuwing: Proces van het opknappen van stadswijken.
stedelijke vernieuwing: Verbetering van achterstandswijken door aandacht te besteden aan drie aspecten: kwaliteit van de woningen, kwaliteit van de leefomgeving en problematiek van de bewoners.
subjectieve veiligheid: De mate waarin iemand zich in zijn woon- en leefsituatie door misdrijven, overtredingen en ernstige overlast bedreigd voelt.
suburbanisatie: De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
transformatie: Het door een verbouwing veranderen van de functie van bestaande gebouwen. Bijvoorbeeld: leegstaande kantoorpanden worden omgebouwd tot woningen.
urbanisatie: Het proces waarbij steeds meer mensen in de stad gaan wonen.
Vinex-locatie: Grootschalige nieuwe woningbouwlocatie aan de rand van een stad, vooral bedoeld om de snelgroeiende bevolking op te vangen.
woningkenmerk: Eigenschap van een woning: ouderdom, eigendom, woningtype en prijs.