Maatschappijleer lijst H2

Maatschappijleer lijst H2

Luana
0

Woorden in deze lijst (80)

Rechtstaat
Staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
autoritaire staat
Staat waarin één machthebber of groep bepaalt wat de regels zijn, leider wil orde en stabiliteit bewaren.
democratische rechtstaat
Staat waarin je mag stemmen, indirect mag meebeslissen over politieke kwesties en je grondrechten hebt.
Sociale rechtstaat
Staat met voorzieningen om welvaart en welzijn te bevorderen.
Rechtszekerheid
Je kunt erop vertrouwen dat wetten en regels duidelijk, stabiel en voorspelbaar zijn. Synoniem is loyaliteit.
Sociaal Contract
Denkbeeldige afspraak tussen het volk en de overheid. Het volk levert een deel van hun vrijheid in, bvb door wetten te gehoorzamen, in ruil voor bescherming, orde en veiligheid van de overheid.
Geweldsmonopolie
Het recht van de overheid om geweld te gebruiken om de wet te handhaven. Alleen de overheid heeft dit recht.
Beginsel van de grondrechten
Grondrechten beschermen burgers tegen machtsmisbruik door de staat.
Soevereiniteits- en democratiebeginsel.
De macht ligt bij het volk (indirect) en wetten worden democratisch vastgesteld.
Legaliteitsbeginsel
Overheid mag alleen onze vrijheid beperken als daar een specifieke wet voor is die al is goedgekeurd door het parlement.
Beginsel van de Trias Politica
De macht in een land is gescheiden in de Wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht om machtsmisbruik van de overheid tegen het volk te voorkomen.
Constitutionele Monarchie
Koninkrijk met grondwet die zijn macht beperkt.
Censuskiesrecht.
Kiesrecht voor mannen die rijk waren
Nachtwakersstaat.
Staat die zich voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van burgers, maar sociale problemen gewoon laat liggen.
Klassieke grondrechten
Rechten die vrijheid van burgers garanderen. Rechten die de overheid moet garanderen. Je kunt naar de rechter als dit niet gebeurt. Overheid heeft een passieve rol.
Sociale grondrechten
Grondrechten die de overheid niet kan garanderen. Je kunt hier niet voor naar de rechter en de overheid heeft een actieve rol.
Verticale werking.
Als jouw grondrechten worden geschonden door de overheid.
Horizontale werking.
Als jouw grondrechten worden geschonden door een burger. Als jouw grondrechten botsen met die van een andere burger (bvb, iemand zegt iets antisemitisch tegen je. diegene heeft vrijheid van meningsuiting, maar jij vrijheid van godsdienst.
Recht.
Alle regels die in een samenleving gelden en afdwingbaar zijn.
Rechtsorde.
Het geheel van rechtsregels en instellingen in een samenleving.
Wetgevende macht.
Maakt wetten. Gemeenteraad, provinciale staten, parlement en deels regering.
Uitvoerende macht.
Zorgt dat wetten worden uitgevoerd. Lokaal bestuur, politie, grotendeels openbaar ministerie en deels regering.
Rechterlijke macht.
Controleert of iedereen (ook de overheid) zich aan de wet houdt. Rechtspraak en hoge raad en klein stukje openbaar ministerie.
Checks and balances.
Systeem waarin de machten (van de Trias Politica) elkaar controleren.
Discretionaire bevoegdheid.
Ruimte die ambtenaren hebben om een beslissing naar eigen inzicht te maken.
Klassenjustitie.
Als rechter mensen behandelt op basis van hun sociale of economische status.
Jurisprudentie.
Alle eerdere uitspraken van alle rechters samen.
Privaatrecht/ burgerlijkrecht / civielrecht.
Rechtszaken waarbij burger vs burger is.
Rechtspersonen.
Organisaties die rechten en plichten hebben, zoals bedrijven of verenigingen.
Eiser.
Degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
Gedaagde.
Degene tegen wie een rechtszaak wordt aangespannen.
Geschil.
Het conflict dat je aan de rechter voorlegt.
Dagvaarding.
Schriftelijke mededeling aan een persoon om voor de rechter te verschijnen.
Vonnis.
De uitspraak van de rechter.
Dwangsom.
Bedrag dat gedaagde moet betalen als hij nog eens de fout in gaat. Geld gaat naar eiser.
Kort geding.
Versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken.
Mediation.
Eiser en Gedaagde proberen zelf conflict op te lossen met behulp van onafhankelijke bemiddelaar.
Publiekrecht.
Rechtszaken waarbij burger vs overheid is.
Bestuursrecht.
Regelt hoe de overheid besluiten neemt en burgers hiertegen bezwaar kunnen maken.
Onschuldsvermoeden.
Iedereen is onschuldig totdat schuld is bewezen.
Strafbaarheidsregel.
Burgers kunnen niet veroordeeld worden voor iets wat volgens de wet niet strafbaar is op het moment van plegen.
Strafbepaling.
Wettelijk vastgestelde straf voor een overtreding of misdrijf.
Ne bis in idem-regel.
Betekent dat je niet nog een keer vervolgd kan worden voor een strafbaar feit waar je al voor vervolgd bent of die al behandeld is. Bvb, je berooft maandag een bank en krijgt daarvoor uiteindelijk een taakstraf. Dan mag je niet nog een straf krijgen voor het beroven van die bank, want je bent daar al voor berecht en gestraft.
Misdrijven.
Ernstige strafbare feiten. (moord, misbruik, diefstal)
Overtredingen.
Minder ernstige strafbare feiten (herrieschoppen, wildplassen, rijden door rood).
Openbaar ministerie.
Organisatie die strafzaken namens de staat vervolgt.
Verdachte:
Persoon van wie een redelijk vermoeden is schuld aan een strafbaar feit.
Staande houden
(politie mag jou staande houden) je laten stilstaan een vragen naar je identiteitsbewijs.
Aanhouden.
(politie mag jou aanhouden) je arresteren en meenemen naar het politiebureau voor verhoor.
Dwangmiddelen
Middelen waarmee politie iemand kan controleren of opsluiten..
Seponeren.
Besluit om een zaak niet verder te vervolgen (dus je gaat zamma zegge vrij uit).
Transactie.
Verdachte gaat akkoord met een geldboete of taakstraf om niet verder vervolgd te worden.
Strafbeschikking.
Officier van Justitie schat in welke straf hierbij gegeven zou worden door een rechter en bepaalt aan de hand daarvan zelf de straf.
Vervolgen
Dan komt de zaak voor de rechter in een rechtszaak.
Tenlastelegging.
Officiële beschuldiging van een strafbaar feit. (onderdeel dat staat in een dagvaarding verticale werking).
Terechtzitting.
Zitting in de rechtbank.
Strafuitsluitingsgronden
Redenen waarom iemand niet strafbaar is.
Ontoerekeningsvatbaarheid
Iemand kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daad door psychische stoornis.
Vrijheidsstraf.
Gevangenisstraf.
Geldboete.
Geldsom als straf.
Taakstraffen.
werkstraf of gedragstraining i.p.v. vrijheidsstraf of geldboete.
Bijkomende straf.
Extra straf, vaak naast hoofdstraffen. Vaak betrekking hebbend met gepleegde delict (dus als je iemand dood rijdt, dan intrekking van rijbewijs bvb).
Strafrechtelijke maatregelen.
Bedoelt om schade van het misdrijf te herstellen of om de samenleving te beschermen. (bvb TBS, schadevergoeding aan slachtoffer etc).
Resocialisatie.
Proces van voorbereiding en begeleiding bij terugkeer naar de samenleving.
Jeugdstrafrecht.
Speciaal strafrecht voor 12 t/m 18 jaar.
Adolescentstrafrecht.
Strafrecht voor jongeren van 18 t/m 23 jaar. Rechter kan dan kiezen tussen jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht.
Universele verklaring van de rechten van de mens.
Internationale verklaring van basisrechten voor iedereen.
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Verdrag dat mensenrechten in Europa beschermt.
Handvest van de grondrechten van de EU.
Beschermt mensenrechten binnen de Europese Unie.
Internationaal Gerechtshof.
Hoofdgerecht van de VN dat conflicten tussen staten behandelt.
Oorlogstribunalen.
Rechtbanken die oorlogsmisdaden berechten.
Internationaal Strafhof.
Berecht individuen voor ernstige misdrijven zoals genocide.
Toetsingsrecht
Recht van rechters om wetten te toetsen aan grondrechten.
Uitlokking.
Politie zet iemand aan tot een strafbaar feit om hem te arresteren.
Lokmiddel.
Middel waarmee politie iemand lokt om bewijs te verzamelen.
Jury.
Groep burgers die meebeslist over schuld of onschuld van de verdachte (niet in NL).
Big data.
De verzameling, opslag en analyse van grote hoeveelheden gegevens.
Algoritmen.
Geprogrammeerde wiskundige formules.
Predictive policing.
Het voorspellen van criminaliteit met behulp van big data en algoritmen.
Etnische profilering.
(Burgers worden op grond van hun zichtbare etnische achtergrond en/of huidskleur onevenredig vaak staande gehouden door de politie, zonder dat daar een redelijke rechtvaardiging voor bestaat) Mensen behandelen of controleren op basis van afkomst of uiterlijk.