Na klar! 1 & 2 VWO/GYMNASIUM B - Wien - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (27)

Origineel

Wat wil je drinken?: Was möchtest du trinken?
Ik wil graag een appelsap.: Ich möchte (gern) einen Apfelsaft.
Wat neemt u als hoofdgerecht?: Was nehmen Sie als Hauptspeise?
Als hoofdgerecht neem ik een kipspiesje met gebakken aardappelen.: Als Hauptspeise nehme ich einen Hähnchenspieß mit Bratkartoffeln.
Wat wilt u eten?: Was möchten Sie essen?
Ik wil graag een tomatensoep.: Ich möchte (gern) eine Tomatensuppe.
Heeft u al gekozen?: Haben Sie schon gewählt?
Ja, ik neem een wienerschnitzel met salade.: Ja, ich nehme ein Wiener Schnitzel mit Salat.
Heeft het gesmaakt?: Hat es geschmeckt?
Ja, dank u wel. Heel lekker.: Ja, danke schön. Sehr lecker.
Nee, het eten was helaas koud/te zout/te vet.: Nein, das Essen war leider kalt/zu salzig/zu fett.
Wat wilt u graag als toetje?: Was möchten Sie gern zum Nachtisch?
Ik wil graag een ijsje met slagroom.: Ich möchte gern ein Eis mit Schlagsahne.
Anders nog iets?: Sonst noch etwas?
Nee bedankt, dat is alles.: Nein danke, das ist alles.
Kan ik de rekening krijgen?: Kann ich die Rechnung bekommen?
Kan ik pinnen?: Kann ich mit Karte bezahlen?
U kunt helaas alleen contant betalen.: Sie können leider nur bar zahlen.
Sorry, wat zijn Frittaten?: Entschuldigung, was sind Frittaten?
Fritatten zijn gesneden pannenkoeken.: Fritatten sind geschnittene Pfannkuchen.
Kunt u dat herhalen?: Können Sie das wiederholen?
Natuurlijk.: Na klar.
Kunt u dat nog eens zeggen?: Können Sie das noch mal sagen?
Kunt u iets langzamer spreken?: Können Sie etwas langsamer sprechen?
Eet smakelijk!: Guten Appetit!
Wat zegt u?: Wie bitte?
Ik heb het helaas niet begrepen.: Ich habe es leider nicht verstanden.