Begrippen hoofdstuk 2

5keer geoefend
Woorden in deze lijst (24)
Origineel
- Oostzeevaart
- Handel tussen Nederland en het Oostzeegebied
- commerciële landbouw
- Landbouw waarin boeren produceren voor de markt
- moedernegotie
- de belangrijkste handel
- handelskapitalisme
- een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel
- stapelmarkt
- koopt veel als de prijs laag is en verkoopt als de prijs hoog is
- wereldeconomie
- een handel over de hele wereld, iedereen handelt met elkaar
- voorcompagnie
- handelsbedrijf dat voor de VOC ontstond
- VOC
- handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met Azie mocht handelen
- handelsmonopolie
- het recht om als enige handel te mogen drijven met een gebied
- WIC
- handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met West-Afrika en Amerika mocht handelen
- driehoekshandel
- handel tussen europa, west-afrika en amerika
- plantageslavernij
- gedwongen arbeid door slaven op tropische landbouwbedrijven waar een product werd verbouwd
- gouden eeuw
- periode van grote welvaart, kunst, techniek en wetenschap in de republiek (1600-1700)
- migratie
- verhuizing van een land naar de andere
- synode
- kerkvergadering
- verdraagzaamheid
- accepteren dat andere mensen andere gebruiken en opvattingen hebben
- wetenschappelijke revolutie
- snelle ontwikkeling van de wetenschap
- bijbelkritiek
- wetenschappelijk onderzoek naar teksten in de bijbel
- regent
- calvinistische burgers met geld/
macht - raadpensionaris van Holland
- de hoogste ambtenaar van het gewest holland
- rampjaar
- 1672 werd nederland aangevallen door frankrijk, duitsland en engeland
- absolutisme
- de koning heeft alleen godelijk recht/
alle macht - mercantilisme
- een politiek waarbij de staat de eigen handel stimuleert door de export aan te moedigen en belastigen te heffen op import
- parlement
- een groep die vergaderen en beslissen