Unit 3.1 LET'S EAT
Woorden in deze lijst (65)
Origineel
- ailment
- kwaal
- apricot
- abrikoos
- basil
- basilicum
- beetroot
- biet
- bend over backwards
- zich in bochten wringen
- bland/
tasteless - vlak/
smakeloos - buzzy
- gezellig druk
- capers
- kappertjes
- chewy
- taai
- chinking noise/
clink - rinkelend geluid/
gerinkel - clam
- mossel
- clove of garlic
- knoflookteen
- cod
- kabeljauw
- coriander
- koriander
- cringe (at sth)
- ineenkrimpen (bij iets)
- crunch
- geknerp
- cutlery
- bestek
- dietary requirements
- dieeteisen
- drop of (lemon juice)
- druppel (citroensap)
- eat sth up
- iets opeten
- fine dining
- haute cuisine
- freshness
- frisheid
- full-on
- volledig
- fussy eater
- kieskeurige eter
- glutinous
- kleverig
- good manners
- goede manieren
- goose
- gans
- have a fit
- een rolling krijgen
- hum
- gezoem
- hushed
- gedempt
- kidneys
- nieren
- knob of (butter)
- klontje (boter)
- leek
- prei
- legitimate
- legitiem
- lick
- likken
- liver
- lever
- lobster
- kreeft
- lump of (cheese)
- stuk (kaas)
- nutmeg
- nootmuskaat
- okra
- okra
- overbearing
- arrogant
- overcooked
- te gaar
- oyster
- oester
- paprika
- paprikapoeder
- parsley
- peterselie
- perfumed
- geurig
- pinch of (salt)
- korreltje (zout)
- pop
- knallen
- saffron
- saffraan
- salt pot
- zoutpot
- sb’s pet hate
- iemands ergernis
- shellfish
- schaal- en schelpdieren
- sip of (water)
- slokje (water)
- sizzle
- sissen
- slimy
- slijmerig
- smoked mackerel
- gerookte makreel
- spoonful of (honey)
- lepel (honing)
- sprig of (parsley)
- takje (peterselie)
- starched tablecloth
- gesteven tafellaken
- stick of (celery)
- stengel (selderij)
- take sth over
- iets overnemen
- tidiness/
untidiness - netheid/
wanorde - veal
- kalfsvlees
- venison
- hertenvlees
- yuck!
- bah!