Duitsland in Europa

7keer geoefend
Woorden in deze lijst (52)
Origineel
- sociaaldemocraten
- aanhangers van de SPD, een duitse politieke partij. Zij maakten deel uit van de regering van de Republiek van Weimar die de wapenstilstand en de vrede van Versailles ondertekende
- parlementaire democratie
- vorm van bestuur waarbij de gekozen volksvertegenwoordiging het laatste woord heeft (bij wetgeveing en controle van bestuurders
- conservatieven
- aanhangers van politieke partijen die een bestaande toestand zoveel mogelijk wilden behouden/ een oude toestand wilden herstellen; hier bijvoorbeeld de DNVP en de DVP
- dolkstootlegende
- een complottheorie dat het duitse leger de eerste wereldoorlog had kunnen winnen, maar het is verraden door de sociaaldemocratische regering die de wapenstilstand tekende
- verdrag van versailles
- vredesverdrag met duitsland 1919. het werd opgelegd door de overwinnaars. veel duitsers voelen zich vernederd door dit verdrag
- herstelbetalingen
- betalingen die duitsland vanaf 1919 moest voldoen om de in de eerste wereldoorlog aangerichte schade te vergoeden
- dawesplan
- amerikaans plan dat zorgde voor een (tijdelijke) lagere aflossing van de herstelbetalinhen door Duitsland en kortetermijnleningen aan duitsland waardoor de duitse economie zich kon herstellen vanaf 1924
- beurskrach
- term voor het ineenstorten van de aandelenbeurzen in new york in 1929
- economische crisis
- toestand van economische achteruitgang die gepaard gaat met stijgende werkloosheid. hier: de crisis van het wereldkapitalisme in de jaren 1930
- NSDAP
- duiste nationaalsocialisten, partij van hitler
- antisemitisme
- jodenhaat
- rijkskanselier
- premier in de republiek van weimar
- machtigingswet
- een wet waarbij het duitse parlement de regering-Hitler voor vier jaar volmachten gaf om de crisissituatie te bestrijden (23 maart 1933)
- rijksdagbrand
- brand in het gebouw waar de duitse volksvertegenwoordiging vergaderede op 27 februari 1933
- republiek van weimar
- naam voor Duitsland tussen 1918 en 1933 met een republiek als staatsvorm en aks bestuursvorm een parlementaire democratie
- totalitaire systeem
- een systeem waarbij de staat een bijna volledige controle heeft op het dagelijks leven van mensen
- terreur
- schrikbewind om tegenstanders uit te schakelen en met als doel de macht van de heersende politiek te handhaven
- propaganda
- het beinvloeden van de mening van een grote groep om aanhangers te winnen voor bepaalde ideeen
- massaorganisaties
- een organisatie met veel leden of aanhangers via propaganda werden grote massas mensen door de ideeen van een massaorganisatie beinvloedt
- nazificeren
- opnieuw inrichten van de samenleving volgens de idealen van de nationaalsocialisten
- volksgemeinschaft
- nationaalsocialistisch ideaal van een raszuivere, hechte en harmonieuze gemeenschap van ‘echte’ Duitsers. Joodse inwoners hoorden hier bijvoorbeeld niet bij volgens de nazis
- deurenberger wetten
- duitsers mogen niet meer trouwen met joden en joden hebben geen burgerrechten meer
- conferentie van munchenb
- bijeenkomst van de leiders van Groot-Brittannie, frankrijk, italie en duitsland in 1938 waar werd onderhandeld over de eis van hitler dat het sudetenland zich moest aansluiten bij duitsland
- appeasement politiek
- streven van de engelse en franse regering om de oorlog met hitler-duitsland te voorkomen door toe te geven aan de eisen van hitler
- arbeidsdienst
- soort ongewapende dienstplicht in de door duitsland bezette gebieden
- vernietigingskamp
- kamp waar op een fabrieksmatige manier massaal mensen werden vermoord tijdens de tweede wereldoorlog
- heimatvertriebene
- duitse naam voor de 12,5 milioen duitstaligen die vlak na de tweede wereldoorlog uit gebieden in oost en midden europa werden verdreven of wegvluchtten naar het westen van duitsland
- trumandoctrine
- economische en militaire steun aan landen die bedreigd worden door het communisme
- marshallplan
- amerikaans plan voor financiele en economische hulp aan europese landen, voor de wederopbouw na de tweede wereldoorlog. het politieke doel was een dam opwerpen tegen communistische expansie
- blokkade van berlijn
- het afsluiten van toegangswegen over land en water naar west-berlijn door de sovjet unie in 1948 en 1949. de amerikanen wisten west berlijn te behouden door een luchtbrug
- bondsrepubliek duitsland
- naam voor west duitsland
- duutse democratische republiek
- naam voor oost duitsland
- volksdemocratie
- naam voor het bestuur (eenpartijstelsel) in de communistische landen in oost-europa zoals de DDR tijdens de koude oorlog
- wirtschaftswunder
- periode van snelle economische groei onder leiding van de regering Adenauer in west-duitsland na de tweede wereldoorlog. het zorgde er mede voor dat west duitsland zich in de jaren 1950 ontwikkelde tot een stabiele democratie
- NAVO
- bondgenootschap van de verenigde staten, canada en west europese landen, opgericht in 1949 om zichzelf te beschermen tegen communistische expansie
- EGKS
- europese gemeenschap voor kooen en staal, opgericht in 1951. een van de eerste organisaties die bijdroeg bij de europese eenwording na 1945
- dictatuur
- eenpartijstaat/alleenheerschappij, hier van hitlers NSDAP in duitsland en van de communistische partij SED in de DDR na 1945
- Stasi
- ministerie voor staatsveiligheid in de DDR, die iedere vorm van tegenstand tegen het communisme in de DDR probeerde te onderdrukken
- warschaupact
- bondgenootschap van de sovjet unie en oost europese landen opgericht in 1955 om zichzelf te beschermen tegen kapitalistische expansie
- comecon
- economische samenwerking tussen landen in oost europa
- oostblok
- naam voor de sovjet unie en de volksdemocratieen in oost europa tijdens de koude oorlog
- planeconomie
- houdt in dat alleen de staat recht heeft op het verstrekken van goederen en diensten.
- berlijnse muur
- muur die west berlijn en oost berlijn scheidde, waardoor oost duitse burgers niet langer naar het westen konden reizen. ook de grens tussen oost en west duitsland werd gesloten
- invloedssfeer
- kring van landen waarbinnen een land invloed uitoefent, bijvoorbeeld de verenigde staten die invloed uitoefenden in west europa tijdens de koude oorlog
- detente
- periode van politieke ontspanning tijdens de koude oorlog
- ostpolitik
- politiek van de regering brandt om de betrekkingen tussen west en oost duitsland te verbeteren
- glasnost
- openheid tijdens de regering van gorbatsjov afschaffing van censuur in de media
- perestrojka
- hervorming, vervanging van planeconomie door vrijemarkteconomie
- brezjnevdoctrine
- wanneer het communisme in een oostblokland in gevaar verkeerde, andere communistische landen verplicht waren om daar in te grijpen
- koude oorlog
- periode van grote spanningen tussen de verenigde staten en de sovjet unie en hun bondgenoten in de periode 1945-1991, zonder dat het tot een rechtstreeks gevecht kwam tussen beide partijen, maar waarin wel een voortdurende dreiging was van een nucleair confluct
- europese unie
- georganiseerde samenwerking op steeds meer gebieden tussen europese landen
- bondskanselier
- premier van west-duitsland vanaf 1949 en vanaf 1990 van het herenigde duitsland