Na klar! 1 & 2 VMBO-GT/HAVO B - Frankfurt am Main - Lektion 6 Schreib mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (12)
Origineel
- Ik ga met mijn ouders naar Oostenrijk.
- Ich fahre mit meinen Eltern nach Österreich.
- We vliegen van Amsterdam naar Italië.
- Wir fliegen von Amsterdam nach Italien.
- Ik reis met de trein naar Spanje.
- Ich reise mit dem Zug nach Spanien.
- We blijven in Nederland.
- Wir bleiben in den Niederlanden.
- We kamperen op een boerderij in Zweden.
- Wir zelten auf einem Bauernhof in Schweden.
- Mijn ouders hebben een vakantiehuis gehuurd.
- Meine Eltern haben ein Ferienhaus gemietet.
- We verblijven in een hotel met zwembad.
- Wir wohnen in einem Hotel mit Schwimmbad.
- Ik ga overmorgen naar Engeland.
- Ich fahre übermorgen nach England.
- Ik blijf drie weken in Portugal.
- Ich bleibe drei Wochen in Portugal.
- We zwemmen en duiken in zee.
- Wir schwimmen und tauchen im Meer.
- We gaan ook naar een attractiepark.
- Wir fahren auch zu einem Freizeitpark.
- Ik spreek vaak met mijn vriendinnen af.
- Ich treffe mich oft mit meinen Freundinnen.