Chapter 1 HOLIDAY TIMES - Stones - 1 Talking about holiday experiences

Chapter 1 HOLIDAY TIMES - Stones - 1 Talking about holiday experiences

Woorden in deze lijst (12)

What was your holiday destination?
Wat was je vakantiebestemming?
What did you do there?
Wat heb je daar gedaan?
How was your trip to Paris?
Hoe was je reis naar Parijs?
When did you go on your holiday to Indonesia?
Wanneer ben je op vakantie geweest naar Indonesië?
I went to a small island with a group of friends on 14 August, 2019.
Op 14 augustus 2019 ging ik met een groep vrienden naar een klein eiland.
I travelled to the famous city with my family on 7 May, 2020.
Ik reisde naar de beroemde stad met mijn familie op 7 mei 2020.
When we were on holiday, we went hiking and camping in the mountains.
Toen we op vakantie waren, gingen we wandelen en kamperen in de bergen.
During our trip to Canada I visited the capital.
Tijdens onze reis naar Canada bezocht ik de hoofdstad.
Sometimes we hit the beach.
Soms gingen we naar het strand.
Every afternoon my friends and I rented bikes and went sightseeing.
Iedere middag huurden mijn vrienden en ik fietsen en bezochten bezienswaardigheden.
Our stay wasn’t very exciting because it rained all week.
Ons verblijf was niet heel opwindend omdat het de hele week regende.
My camping trip wasn’t a success because I got sick.
Mijn kampeeruitje was geen succes omdat ik ziek werd.
Hoi Gast!