3 GEBIEDEN Zuid-Amerika
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- aardverschuiving
- Het in beweging komen van los verweringsmateriaal op hellingen.
- agri-business
- De gehele productiekolom voor voedsel – productie, opslag, transport, handel en verkoop aan de consument – wordt grotendeels beheerst door mno’s op het gebied van voedselproductie.
- assimilatie
- Een groep in de samenleving die zich qua cultuur en levenswijze volledig aanpast aan de andere, vaak dominante groep.
- biodiversiteit
- De soortenrijkdom aan planten en dieren.
- commerciële landbouw
- Grootschalige, gemechaniseerde landbouw gericht op de markt.
- discriminatie
- Het ongelijk behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van persoonlijke kenmerken.
- draagkracht
- Het aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder schade te berokkenen aan de omgeving.
- duurzaamheid
- Een visie op ontwikkeling, die evenwicht zoekt tussen de behoeften van de huidige bewoners in een gebied en de gevolgen voor het milieu. Uitgangspunt is dat de mogelijkheden van toekomstige generaties geen gevaar mogen lopen.
- hazard management
- Een planmatige vorm van gevarenbeheersing door risico’s in kaart te brengen, voorzorgsmaatregelen te treffen en rampenplannen op te stellen en aan de hand daarvan te oefenen.
- hydro-elektriciteit
- Elektriciteit opgewekt met waterkracht.
- informele stad
- Spontaan gebouwde stadswijken waar de bewoners geen eigendomsrechten hebben op de huizen en/of de grond die ze bewonen. Voorzieningen en infrastructuur ontbreken of zijn van een laag niveau.
- inheemse bevolking
- De oorspronkelijke bevolking in een gebied, in dit geval indianen.
- integratie
- Het steeds meer samengaan van cultuurelementen in een samenleving zodat die samenleving uiteindelijk gekenmerkt wordt door één cultuur.
- isolement
- Afgezonderd leven zonder contact met de buitenwereld, in dit geval door bepaalde indianenstammen in het tropisch regenwoud.
- lahar
- Een modderstroom die bestaat uit een mengsel van water, verweringsmateriaal, as en modder. Vaak in gang gezet door een vulkaanuitbarsting.
- landgrab/landroof
- Buitenlandse en binnenlandse bedrijven kopen enorme stukken land op om er grootschalige landbouwbedrijven te beginnen.
- landdegradatie
- Sterke aantasting van de bodemkwaliteit, zodat die bodem minder opbrengt.
- machtspolitiek
- Politiek die op het gebruik van machtsmiddelen berust (geen rekening houdend met de mening van anderen, niet luisteren naar oppositie, soms ook schending van mensenrechten door onderdrukking en geweld).
- megastad
- Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
- middelgrote stad
- Stad met minder dan 500 000 inwoners (geldt voor Zuid-Amerika).
- natuurlijke hulpbronnen
- Verzamelnaam voor alle in de natuur aanwezige stoffen die de mens gebruikt voor de productie van goederen en opwekking van energie, zoals delfstoffen, lucht, water en wind.
- netwerksamenleving
- Een samenleving waarbij verbindingen tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein bestaan.
- ontbossing
- Het verwijderen van bos (regenwoud), door kappen en in brand steken.
- ontginning
- Het omzetten van woeste grond (veelal bos) in cultuurgrond (veelal landbouwgrond).
- ontwikkelingscorridors
- Door de overheid aangelegde transportroutes die gebieden ontsluiten.
- remittances (migrantengelden)
- Geld dat overgemaakt wordt door migranten naar het land van herkomst.
- regionale autonomie
- Situatie waarbij een bevolking in een gebied (een zekere mate van) zelfbestuur kent.
- risicoperceptie
- Een subjectieve inschatting van de natuurlijke risico’s in een gebied, dat tevens van invloed is op hoe goed mensen voorbereid zijn op een natuurramp.
- urban sprawl
- Ongecontroleerde ruimtelijke expansie (groei) van grote steden.
- plantage gebieden
- Gebieden met grootschalige bedrijven die maar één gewas (monocultuur) verbouwen voor de markt (meestal de wereldmarkt).
- territoriale conflicten
- Conflicten over eigenaarschap van de grond of waterbronnen.
- tsunami
- Vloedgolf ontstaan door een aardbeving in de bodem van de oceaan.
- verstedelijkt platteland
- Het overgangsgebied tussen stad en platteland met stedelijke kenmerken zoals verspreide elite woonwijken of sloppenwijken, winkelcentra, niet agrarische bedrijvigheid.
- waterbalans
- Een overzicht van alle water dat een gebied binnenkomt (neerslag) en weer uitgaat (uitstroming en verdamping).
- zelfvoorzienende landbouw
- Kleinschalige landbouw met als belangrijkste doel de eigen familie van voedsel te voorzien.