Na klar! 3 VWO/GYM B - Dresden & Leipzig - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (26)

Origineel

Heb je zin om vanavond naar de bioscoop te gaan?: Hast du Lust, heute Abend ins Kino zu gehen?
Ja, dat is een super idee./Natuurlijk! Dat klinkt goed.: Ja, das ist eine tolle Idee./Na klar! Das hört sich gut an.
Het spijt me, ik weet helaas geen tijd/zin/geld.: Vielleicht. Ich weiß es leider noch nicht.
Jammer, maar ik kan helaas niet. Ik heb al een andere afspraak.: Schade, aber ich kann leider nicht. Ich bin schon verabredet.
Waar en hoe laat spreken we af?: Wo und wann treffen wir uns?
Om vijf uur voor de bioscoop.: Um fünf vor dem Kino.
Hoe vaak ga je naar de bioscoop?: Wie oft gehst du ins Kino?
af en toe/een paar keer per jaar/eens per maand/zelden/nooit: ab und zu/ein paar Mal pro Jahr/einmal im Monat/selten/nie
Wat draait er op dit moment in de bioscoop?: Was läuft denn gerade im Kino?
Deze week draait een spannende documentaire.: Diese Woche läuft ein spannender Dokumentarfilm.
Er is om 17 uur nog een verdrietige tekenfilm en om half acht een slechte sciencefictionfilm.: Es gibt um 17 Uhr noch einen traurigen Zeichentrickfilm und halb acht einen schlechten Science-Fiction-Film.
Waarover gaat de film?: Wovon handelt der Film?
Deze film gaat over een meisje.: In diesem Film geht es um ein Mädchen.
De film gaat over een jongen.: Der Film handelt von einem Jungen.
Hoe is de film je bevallen?: Wie hat dir der Film gefallen?
De film is uitstekend/niet zo goed/helemaal niet bevallen.: Der Film hat mir ausgezeichnet/nicht so gut/überhaupt nicht gefallen.
Ik vond de film te romantisch/onrealistisch.: Ich fand den Film zu romantisch/unrealistisch.
Wanneer lees je?: Wann liest du?
’s avonds/in het weekend/in de vakantie/als ik tijd heb/na schooltijd: abends/am Wochenende/in den Ferien/wenn ich Zeit habe/nach der Schule.
Wat lees je graag?: Was liest du gern?
Ik lees graag fantasieverhalen/stripverhalen/detectives.: Ich lese gern Fantasiegeschichten/Comics/Krimis.
Sommige scènes waren bijzonder grappig/verdrietig.: Einige Szenen waren besonders witzig/traurig
De plot/Het verhaal was origineel/ingewikkeld/onlogisch.: Die Handlung/die Geschichte war originell/kompliziert/unlogisch.
Het einde vond ik teleurstellend.: Das Ende/Den Schluss fand ich endtäuschend
De acteurs spelen heel overtuigend.: Die Schauspieler spielen sehr überzeugend.
Ik kan het boek echt aanbevelen.: Ich kann das Buch wirklich empfehlen.