ZugSpitze - 5 HAVO - Gespräche führen - Meine Welt - deine Welt - Vokabelliste

ZugSpitze - 5 HAVO - Gespräche führen - Meine Welt - deine Welt - Vokabelliste

Woorden in deze lijst (50)

het alledaagse leven/in het dagelijks leven
das Alltag/im Alltag
het culturele aanbod
das kulturelle Angebot
met een balkon en een tuin
mit einem Balkon und einem Garten
Daar bevindt zich ...
Dort befindet sich
de hoek/om de hoek
die Ecke/um die Ecke
modern ingericht
modern eingerichtet
veel mogelijkheden om inkopen te doen
viele Einkaufsmöglichkeiten
het winkelcentrum/in het winkelcentrum
das Einkaufszentrum/im Einkaufszentrum
de inwoner
der Einwohner/die Einwohner
de begane grond/op de begane grond
das Erdgeschoss/im Erdgeschoss
gezellig ingericht
gemütlich eingerichtet
goed te bereiken
gut zu erreichen
het raam/met veel ramen
das Fenster/mit vielen Fenstern
hier geboren en opgegroeid
hier geboren und aufgewachsen
de omgeving/in deze omgeving
die Gegend/in dieser Gegend
de winkel
das Geschäft/die Geschäfte
de reden/om deze reden
der Grund/aus diesem Grund
het vaderland/in mijn vaderland
die Heimat/in meiner Heimat
je vergist je!
Du irrst dich!
de biscoop
das Kino
de kruising/aan een kruising
die Kreuzung/an einer Kreuzung
de keuken
die Küche
de kust/aan de kust
die Küste/an der Küste
weinig lawaai
wenig Lärm
frisse lucht
frische Luft
de meubels
die Möbel
het ogenblik/op het ogenblik
der Moment/im Moment
de buur
der Nachbar/die Nachbarn
het nadeel
der Nachteil/die Nachteile
de nieuwbouwwoning/in een nieuwbouwwoning
die Neubauwohnung/in einer Neubauwohnung
noodzakelijk
notwendig
het park/in het park
der Park/im Park
het rijtjeshuis/in een rijtjeshuis
das Reihenhaus/in einem Reihenhaus
de slaapkamer/in mijn slaapkamer
das Schlafzimmer/in meinem Schlafzimmer
naar een andere stad verhuizen
in eine andere Stadt (um)ziehen
het stadscentrum/in het stadscentrum
die Stadtmitte/in der Stadtmitte
op de eerste, tweede, derde verdieping
im ersten, zweiten, dritten Stock
milieuvriendelijk
umweltfreundlich
het verschil
der Unterschied/die Unterschiede
van het openbaar vervoer gebruikmaken
die öffentlichen Verkehrsmittel benutzen
het voordeel
der Vorteil/die Vorteile
een woonoppervlak van 100 m²
eine Wohnfläche von 100 Quadratmetern
de woonplaats
der Wohnort/die Wohnorte
de woonwijk/in deze woonwijk
die Wohnviertel/in diesem Wohnviertel
de woonkamer/in de woonkamer
das Wohnzimmer/im Wohnzimmer
de twee-onder-één-kapwoning
das Zweifamilienhaus/die Zweifamilienhäuser
druk
belebt
heel rustig
ganz/sehr ruhig
schoon
sauber
vuil/smerig
schmutzig
Hoi Gast!