ZugSpitze - HAVO - Textarbeitsbuch 6 - Schritt 1 - Vokabeln

ZugSpitze - HAVO - Textarbeitsbuch 6 - Schritt 1 - Vokabeln

Woorden in deze lijst (38)

Origineel

het pak: der Anzug, "-e
in het bijzonder: besonders
de bos bloemen: der Blumenstrauß, "-e
de bruid: die Braut
de bruidegom: der Bräutigam
vervolgens: dann
het huwelijk: die Ehe
de echtgenote: die Ehefrau
de echtgenoot: der Ehemann
uitnodigen: einladen
de feestganger: der Festbesucher, -
de fotograaf: der Fotograf, -en
fotograferen: fotografieren
het kapsel: die Frisur, -en
de felicitatie: der Glückwunsch, "-e
vaak: häufig/oft
met zijn vriendin trouwen: seine Freundin heiraten
de bruiloft: die Hochzeit
nauwelijks: kaum
lukken: klappen
de koets: die Kutsche, -n
organiseren: organisieren
gênant: peinlich
de roos: die Rose, -n
cadeau geven: schenken
opmaken: schminken
de sieraden: der Schmuck
de schoonouders: die Schwiegereltern
de schoonzoon: der Schwiegersohn, "-e
de schoondochter: die Schwiegertochter, "-er
zingen: singen
de situatie: die Situation, -en
trots: stolz
het (onder)deel: der Teil, -e
delen: teilen
de taart: die Torte, -n
gek: verrückt
beloven: versprechen