Ges. Begrippen 1.3-2.4

Zofia Luna

Woorden in deze lijst (43)

Origineel

akkerbouw: plantaardige voedsel verbouwen
continuïteit: als iets niet of bijna niet veranderd
economie: inkomsten en uitgaven
landbouw: akkerbouw en veeteelt
landbouwrevolutie: ontstaan van het landbouw
landbouwsamenleving: samenleving waarin mensen in dorpen leven van landbouw
revolutie: grote verandering
sociaal: mensen en groepen in de samenleving
veeteelt: fokken en houden van dieren
zelfvoorzienend: voor zichzelf zorgend
aanzien: waardering, de betekenis die iemand heeft in een groep
hiernamaals: leven na de dood
kunst: iets moois of bijzonders door mensen gemaakt
monument: gedenkteken
natuurgodsdienst: geloof waarbij natuurverschijnselen vereerd worden
ritueel: ceremonie
ambacht: beroep waarbij mensen producten maken
bloeiend: als het heel goed gaat met iets
handel: kopen en verkopen
irrigratielandbouw: landbouw met hulp van kanalen en dammen
landbouwstedelijke samenleving: samenleving met steden waarin de meeste mensen op het platte land leven van landbouw
markt: plaats waar mensen handelen
welvaart: wanneer mensen genoeg middelen hebben om in hun belangrijkste behoeften te voorzien
ambtenaar: iemand in dienst van bestuur
belasting: wat mensen moeten betalen aan het bestuur
koninkrijk: staat met koning
onderdaan: persoon die moet gehoorzamen aan regering
oudheid: tijd van grieken en romeinen
rijk: grondgebied van een staat
staat: gebied met elke een eigen regering
volk: grote groep mensen met gezamelijke cultuur
vorst: heerser over een staat of gebied
wet: regel waaraan mensen moeten houden
beschaving: ontwikkelde cultuur
offer: iets wat iemand aan een god geeft
relief: beeldhouwwerk
techniek: kennis en vaardigheid om iets te maken en te laten werken
tempel: gebouw waarin een god wordt vereerd
traditie: oud gebruik
zuil: pilaar van steen of hout
adel: groep aanzienlijke personen met voorrechten
krijgsgevangene: iemand die in oorlog gevangen is genomen
slaaf: persoon die het bezit is van een andere