New Interface - 1 vmbo-GT/havo - Sports - Speaking - Phrases
Woorden in deze lijst (17)
Origineel
- Could you say that again, please?
- Zou je dat alsjeblieft nog een keer kunnen zeggen?
- What did you say about ...?
- Wat zei je over ...?
- Could you speak a little slower please?
- Kun je wat langzamer praten?
- Hang on! I can’t write that fast!
- Rustig aan! Ik kan niet zo snel schrijven!
- What do you call the teams?
- Hoe noem je de teams?
- What do you call that in English?
- Hoe noem je dat in het Engels?
- What does that mean?
- Wat betekent dat?
- My favourite sport is basketball because ...
- Mijn favoriete sport is basketbal, omdat ...
- I play football myself.
- Ik speel zelf voetbal.
- I train three times a week.
- Ik train drie keer in de week.
- I don’t know anything about it!
- Ik weet er niets van!
- There are always eleven players on the field.
- Er zijn altijd elf spelers op het veld.
- A match is seventy minutes long.
- Een wedstrijd duurt zeventig minuten.
- You have to kick the ball into the goal.
- Je moet de bal in het doel schoppen.
- You cannot touch the ball with your hands.
- Je mag de bal niet met je handen aanraken.
- I’d like to tell you something about American football.
- Ik wil jullie graag iets over American football vertellen.
- That’s the end of my presentation.
- Dit was mijn presentatie.
