Libre Service - 2 VWO - A - Unité 6 - Apprendre 7 - zinnen
Woorden in deze lijst (7)
Origineel
- Qu'est-ce qu'il y a? Ça ne va pas bien?
- Wat is er? Gaat het niet goed?
- Tu as l'air vraiment content.
- Je ziet er echt blij uit.
- Je suis super heureux/heureuse, parce que j'ai eu un 16 en
- Ik ben dolblij, want ik heb een 8 gehaald voor aardrijkskunde!
- Je suis un peu stressé(e).
- Ik ben een beetje gestrest.
- Je ne me sentais pas à l'aise.
- Ik voelde me niet op mijn gemak.
- Il pense qu'il est meilleur que les autres.
- Hij denkt dat hij beter is dan de anderen.
- À mon avis, tu es simplement jaloux.
- Volgens mij ben je gewoon jaloers.