Na klar! - 1 & 2 VMBO-KGT/HAVO - Spaß - Les 6 Feste - Redemittel
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- Wat doe jij in de zomer?
- Was machst du im Sommer?
- In de winter ga ik schaatsen.
- Im Winter gehe ich eislaufen.
- De herfst begint op 21 september.
- Der Herbst beginnt am 21. September.
- In het voorjaar ben ik veel buiten.
- Im Frühling bin ich viel draußen.
- Wat doe jij het liefst met oudjaar?
- Was machst du am liebsten zu Silvester?
- Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.
- Ich wünsche dir ein gutes neues Jahr.
- Met kerstmis krijg ik cadeaus.
- Zu Weihnachten bekomme ich Geschenke.
- Gefeliciteerd met je verjaardag!
- Alles Gute zum Geburtstag!
- Bedankt voor de uitnodiging.
- Danke für die Einladung.
- Heel erg bedankt.
- Vielen Dank.
