Chapter 2 HEALTH - Stones - 5 Talking about what happened
Woorden in deze lijst (7)
Origineel
- What were you doing when the accident happened?
- Wat was je aan het doen toen het ongeluk gebeurde?
- I was running in the park when I sprained my ankle.
- Ik was aan het hardlopen in het park toen ik mijn enkel verzwikte.
- I was going down the stairs when I suddenly felt a pain in my back.
- Ik was de trap aan het aflopen toen ik plotseling een pijn in mijn rug voelde.
- We were warming up for the game when a ball hit me in the face.
- We waren aan het opwarmen voor de wedstrijd toen een bal me in het gezicht raakte.
- I was in the gym when I tripped over someone’s foot.
- Ik was in de sportschool toen ik over iemand’s voet struikelde.
- He hurt himself because the floor was slippery.
- Hij heeft zich pijn gedaan omdat de vloer glad was.
- Sid bumped his head because he wasn’t paying attention.
- Sid stootte zijn hoofd omdat hij niet aan het opletten was.