Na klar! 4 VMBO-BK - Mecklenburg-Vorpommern - Lektion 2 Hör und sieh mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (14)

Origineel

Wat bevat jou aan de natuur?: Was gefällt dir an der Natur?
Ik houd van bloemen en vlinders.: Ich mag Blumen und Schmetterlinge.
Ik vind grote, oude bomen erg mooi.: Ich finde große, alte Bäume sehr schön.
Wat weet je over de natuur in jouw land?: Was weißt du über die Natur in deinem Land?
Er is veel water en in het wild leven herten.: Es gibt viel Wasser und frei lebende Hirsche.
Is er bij jou in de omgeving veel natuur?: Gibt es bei dir in der Umgebung viel Natur?
Ja, er zijn bergen en bossen.: Ja, es gibt Berge und Wälder.
Nee, ik woon in een grote stad.: Nein, ich wohne in einer Großstadt.
Wat doe jij voor het milieu?: Was tust du für die Umwelt?
Ik scheid afval en ik douche alleen kort.: Ich trenne Müll und ich dusche nur kurz.
Ik probeer minder plastic te gebruiken.: Ich versuche, weniger Plastik zu verbrauchen.
Waarom moeten we het milieu beschermen?: Warum müssen wir die Umwelt schützen?
Omdat anders steeds meer dieren en planten uitsterven.: Weil sonst immer mehr Tiere und Pflanzen aussterben.
Zodat het water en de lucht schoon blijven.: Damit das Wasser und die Luft sauber bleiben.