De Geo - vwo - Systeem aarde CE24/25 - Hoofdstuk 3
Woorden in deze lijst (22)
Origineel
- aride zone
- Zone met droge klimaten.
- bodem
- Bovenste 1 à 2 m van de grond waaruit planten het grootste deel van hun voedingsstoffen halen.
- bodemerosie
- Het door erosie verdwijnen van het voor planten belangrijke deel van de voedingslaag.
- boreale zone
- Overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten, dus het noordelijk halfrond.
- duurzaam landgebruik
- Natuurlijke hulpbronnen zodanig gebruiken dat men tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generaties, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties te laten lopen.
- gematigde zone
- Gordel tussen de subtropische en de boreale zone (tussen 30 en 55° N.B. en Z.B.).
- geofactoren
- Factoren die door onderlinge relaties landschapszones vormen. De belangrijkste zijn het klimaat, de gesteenten, het relief en de mens.
- gesteente
- Vast materiaal dat in de ondergrond of aan het aardoppervlak ligt.
- klimaatverandering
- De verandering op lange termijn van de temperatuur, de neerslag en de wind op aarde.
- landdegradatie
- De achteruitgang van de kwaliteit van de bodem en het landschap door verwoestijning, bodemerosie, verharding en verzilting.
- landschapzone
- Gebied met karakteristieke kenmerken.
- milieuramp
- Verstoring van de natuur door de mens, waardoor zich een ramp met schadelijke en financiële schade voordoet.
- natuur ramp
- Ramp veroorzaakt door natuurgeweld met veel slachtoffers en grote materiële schade.
- ontbossing
- De verwijdering van de (natuurlijke) vegetatie in een gebied.
- overbeweiding
- Meer we houden dan de natuurlijke vegetatie kan verdragen.
- polaire zone
- Gordel tussen de poolcirkel en de polen.
- reliëf
- Hoogteverschillen in het landschap.
- semiaride zone
- Zone met droge klimaten.
- subtropische zone
- Gordel tussen de gematigde breedte (tussen de 20 en 30° N.B. en Z.B.).
- tropische zone
- Gordel tussen de 10° N.B. en 10° Z.B.
- verwoestijning
- Proces waarbij woestijnen zich in oppervlakte uitbreiden. Het ook desertificatie.
- verzilting
- Toename van het zoutgehalte in de bodem of in het grond- en oppervlaktewater door verkeerd landgebruik.