Ak V4 H4

0keer geoefend
Woorden in deze lijst (80)
Origineel
- geopolitiek
- grootmachten zetten economische, politieke en militaire middelen in om hun invloed op bepaalde gebieden te vergroten
- globalisering
- het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en samenlevingen op aarde toeneemt; ook wel mondialisering genoemd
- identiteit
- centrale waarden van een cultuur waaraan een volk zijn eenheid ontleent, bijvoorbeeld culturele identiteit
- lingua franca
- de voertaal in een gebied waar meerdere talen gesproken worden, op wereldschaal is dat Engels
- mondiaal en transnationaal netwerken
- verbindingen tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein; het kan een netwerk zijn tussen twee landen (transnationaal netwerk) of een wereldwijd netwerk (mondiaal netwerk)
- mondialisering
- zie globalisering
- multinationale onderneming (mno)
- internationaal bedrijf met vestigingen op meerdere plaatsen in de wereld
- nieuwe internationale arbeidsverdeling
- de sinds de jaren 1970 onder invloed van de globalisering veranderde economische rol van centrum, semiperiferie en periferie in het wereldsysteem
- politieke globalisering
- de wereldwijde intensivering en uitbreiding van politieke relaties tussen staten
- productieketen
- de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct
- regionalisme
- groepen mensen koesteren hun regionale identiteit en proberen de regionale eenigheid te behouden en te benadrukken
- reshoring
- het terughalen van productiefaciliteiten naar het thuisland van het bedrijf
- staat
- gebied met daaromheen een internationaal erkende grens (land); binnen een staat gelden wetten en regels
- imperialisme
- het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren
- kolonialisme
- een systeem van heerschappij over overzeese gebieden veelal door Europese landen, vaak met als doel om grondstoffen te winnen of handelsroutes te beheersen
- multipolaire wereld
- een wereld die op economisch en politiek gebied uit meerdere (regionale) machtscentra bestaat
- Pacific Rim
- met deze term worden de (opkomende) economische grootmachten aan de Aziatische kant van de Stille (Grote) Oceaan bedoeld; denk aan China, Japan, Zuid-Korea, Maleisië
- samenwerkingsverbanden
- samenwerking op economisch of politiek terrein tussen een groep van landen, vaak binnen een regio
- zuid-zuidinvesteringen
- de toenemende kapitaalstromen tussen landen in de (semi)periferie
- afwenteling in ruimte en tijd
- negatieve gevolgen van vooruitgang worden afgeschoven op een ander gebied of de toekomstige generatie. Denk aan het dumpen van vuil uit rijke landen in arme landen
- backwash-effecten
- negatieve invloed van een gebied (meestal centrum) op de economische ontwikkeling van een ander gebied (meestal de periferie); door afroming van hulpbronnen, arbeidskrachten (braindrain) en kapitaal stagneert de economische groei in de regio (zie ook spread-effecten)
- spread-effecten
- de positieve economische invloed van een welvarender gebied op een ander gebied, zoals externe investeringen en overdracht van kennis, waardoor de welvaart in het andere gebied toeneemt (zie ook backwash-effecten)
- semiperiferie
- zie Wereldsysteem
- sociale ongelijkheid
- grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking
- uitschuiving
- het proces van verplaatsing van bedrijven en functies vanuit een welvarender gebied (centrumland bijvoorbeeld) naar een gebied met lagere lonen (periferie bijvoorbeeld); dit proces kan zich op meerdere schaalniveaus voordoen. Het uitschuiven van diensten wordt ook wel outsourcing genoemd
- VN-ontwikkelingsindex
- maatstaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de levensverwachting om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen (Human Development Index)
- wereldsysteem
- een indeling van de wereld in centrum, semiperiferie en periferie naar ontwikkelingsgraad en verbondenheid door onderlinge handelsrelaties
- absolute afstand
- de afstand hemelsbreed, uitgedrukt in kilometers
- absolute ligging
- de ligging van een plaats, uitgedrukt in coördinaten
- afstandverval
- het verschijnsel dat de interactie tussen gebieden afneemt naarmate de afstand toeneemt
- global village
- term waarmee wordt aangegeven dat de wereldbevolking een gemeenschap is waarin relatieve afstanden en isolatie sterk verminderd zijn door transport- en communicatietechnologie
- informatie- en communicatietechnologie
- alle technieken die het mogelijk maken op elektronische wijze te communiceren en informatie van het ene punt naar het andere punt te verspreiden
- interactietheorie
- theorie die ervan uitgaat dat uitwisseling van goederen, mensen of ideeën tussen gebieden alleen tot stand komt wanneer aan drie basisvoorwaarden is voldaan – complementariteit, transporteerbaarheid en geen tussenliggende mogelijkheden
- kapitaalstromen
- geldstromen die zich door globalisering in steeds hoger tempo over de wereld verplaatsen, vooral tussen de leden van de triade
- nieuwe industrielanden
- landen in de semiperiferie die een snelle industrialisatie doormaken en gedeeltelijk de rol van de centrumlanden overnemen; denk daarbij aan China, India en Brazilië
- relatieve afstand
- de afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite die het kost om deze te overbruggen
- relatieve ligging
- de ligging van een plaats of gebied ten opzichte van andere plaatsen en gebieden vooral gelet op bereikbaarheid
- tijdruimtecompressie
- het proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen afneemt, vooral als gevolg van de moderne transport-, informatie- en communicatietechnologie
- transportnetwerken
- het geheel van transportlijnen die zijn verbonden met knooppunten
- transporttechnologie
- technische voorzieningen die samenhangen met het vervoer van goederen en mensen
- amerikanisering
- de wereldwijde verbreiding van de Amerikaanse (westerse) cultuur en waarden
- anders-globalisten
- organisaties en critici die zich wereldwijd verzetten tegen de huidige, sterk door de mno’s vormgegeven wereld
- blokvorming
- landen zoeken aansluiting en steun bij elkaar om hun positie (vooral economisch en geopolitiek) te versterken
- burgerschap
- actieve betrokkenheid bij de samenleving van een staat
- economische globalisering
- het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op economisch terrein toeneemt, met name door de opkomst van mno’s
- transnationale ondernemingen
- zie multinationale onderneming
- triade (triadisch netwerk)
- het geheel van verbonden tussen de drie belangrijkste economische machtsblokken in de wereld (Noord-Amerika, Japan en China, en de EU)
- wereldhandelsorganisatie (WTO)
- internationale organisatie, in 1995 door de westerse landen opgericht, met als doel de bevordering van de internationale handel, de beslechting van handelsconflicten en de opheffing van handelsbarrières; de WTO streeft naar liberalisering van de wereldmarkt
- dekolonisatie
- het proces waarbij koloniën zelfstandige staten worden
- europanisering
- de beïnvloeding van de koloniale gebieden op economisch, politiek en cultureel gebied vanuit Europa vanaf de 16e eeuw
- fragmentarische modernisering
- bepaalde regio’s of economische sectoren in een land maken wél gebruik van moderne hulpmiddelen en andere delen niet
- global shift
- een (mogelijke) verschuiving van het economische en politieke zwaartepunt in de wereld, bijvoorbeeld van de landen rond de Atlantische oceaan naar gebieden rond de Stille Oceaan en oriënting van de wereld op economisch en politiek gebied waarbij de huidige centrum (regionale) machtscentra bestaan
- analfabetisme
- het niet kunnen lezen en schrijven. Betreft meestal de leeftijdsgroep van vijftien jaar en ouder
- beroepsbevolking (samenstelling van)
- dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen. De beroepsbevolking wordt ingedeeld in de primaire, secundaire en tertiaire sector
- BRICS-landen
- Brazilië, Rusland, India, China en Zuid/Zuid-Afrika. Een groep grote landen die in de periode 2000-2015 een snelle economische groei doormaakt. In India en China houdt ook na 2015 de sterke groei van het bbp aan. Tegelijkertijd neemt de politieke rol van vooral China op het wereldtoneel toe
- bruto binnenlands product per capita (bbp/capita)
- de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die door binnen- én buitenlandse ondernemingen in een land in één jaar worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners
- bruto regionaal product per capita (brp/capita)
- de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die in een regio in één jaar worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners
- centrumlanden
- zie Wereldsysteem
- inkomen
- het gemiddelde jaarinkomen van de inwoners van een land of gebied. Doorgaans uitgedrukt in het bruto binnenlands product (per capita) of bruto regionaal product (per capita)
- internationale arbeidsverdeling
- de specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld. Door de globalisering verandert deze verdeling
- koopkracht
- de hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor 1 dollar kunt kopen
- levensverwachting
- het aantal jaren dat iemand gemiddeld nog te leven heeft, gelet op de huidige sterftekans; de levensverwachting bij de geboorte wordt het meest gebruikt
- opkomende grootmachten
- landen die door toenemende economische, politieke (en militaire) macht meer invloed krijgen in de internationale politiek; ook vermeerderen ze hun macht in minder ontwikkelde delen van de wereld, meestal door middel van investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur of het verstrekken van leningen aan landen
- periferie
- zie Wereldsysteem
- bevolkingsdichtheid
- het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer
- bevolkingsgroei (fase in de demografische transitie)
- de toename van de bevolking in een bepaalde periode. Je maakt een onderscheid tussen natuurlijke groei (geboortecijfer – sterftecijfer) en sociale groei (vestiging – vertrek)
- bevolkingsspreiding
- de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
- culturele globalisering
- het proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden, vooral het proces van amerikanisering speelt hierbij een rol
- cultuurgebied
- gebied waarin culturen voorkomen die sterk op elkaar lijken
- democratisch gehalte
- de mate waarin het politieke stelsel (bestuur) van een land democratisch is
- demografische druk
- het niet-actieve deel van de bevolking (0-19 jaar en >65 jaar) uitgedrukt als percentage van de actieve bevolking (20-65 jaar)
- demografisch transitiemodel
- de gefaseerde overgang van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer
- diffusie
- de verspreiding van een cultuurelement
- kindersterfte
- het aantal kinderen per duizend levendgeborenen dat voor de vijfde verjaardag overlijdt
- leeftijdsopbouw
- de verdeling van de bevolking over de verschillende leeftijdsklassen of cohorten
- mensenrechten
- universele basisrechten van de mens zoals recht op vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid
- vruchtbaarheid
- gemiddeld aantal levend geboren kinderen dat een vrouw in haar leven krijgt
- verstedelijking (urbanisatie)
- de toename van het aandeel van de bevolking dat in de stad woont
- verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad)
- het percentage van de bevolking dat in de stad woont
- verstedelijkingstempo (urbanisatietempo)
- de snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad per jaar toeneemt