ZugSpitze - 4 HAVO - Fertigkeiten - Schreiben - Vokabelliste 1

ZugSpitze - 4 HAVO - Fertigkeiten - Schreiben - Vokabelliste 1

Woorden in deze lijst (40)

het werk verdelen
die Arbeit aufteilen
optreden
auftreten – tritt auf – aufgetreten
het optreden
der Auftritt
iemand bedanken
sich bedanken bei (+3)
Ik heb hem bedankt.
Ich habe mich bei ihm bedankt.
een dj regelen
einen DJ organisieren
een feest geven
ein Fest/eine Party geben
de vlooienmarkt
der Flohmarkt
de fotograaf
der Fotograf
foto's maken
Fotos machen
zich verheugen op
sich freuen auf (+4)
gisteren
gestern
gelukkig is ...
zum Glück ist ...
lelijk
hässlich
vandaag
heute
knap/mooi
hübsch
het idee/de ideeën
die Idee/die Ideen
het jubileum
das Jubiläum
klasgenoten ontmoeten
Klassenkameraden treffen – trifft – getroffen
op het ogenblik
im Moment
over een maand
in einem Monat
morgen
morgen
een thema kiezen
ein Motto wählen
aardig
nett
het plan
der Plan/die Pläne
de poster vormgeven
das Poster gestalten
realiseren
realisieren
het uur
die Stunde/die Stunden
Dat duurt drie uur.
Das dauert drei Stunden.
overmorgen
übermorgen
verrassen
überraschen
de verrassing
die Überraschung/die Überraschungen
de school versieren
die Schule dekorieren
de versiering
die Dekoration
een week geleden
vor einer Woche
eergisteren
vorgestern
omdat
weil
reclame maken
Werbung machen
Ik ben er voor.
Ich bin dafür.
Ik ben er tegen.
Ich bin dagegen.
Hoi Gast!