Woorden S14

Woorden S14

Julia

4

Woorden in deze lijst (28)

Origineel

de appel, de appels: der Apfel, die Äpfel
de bakker: der Bäcker
naar de bakker gaan: zum Bäcker gehen
de bakkerij: die Bäckerei
de banaan, de bananen: die Banane, die Bananen
goedkoop: billig
de peer, de peren: die Birne, die Birnen
nodig hebben: brauchen
het broodje, de broodjes: das Brötchen, die Brötchen
de boter: die Butter
dank je wel, dank u wel: vielen Dank
het ei, de eieren: das Ei, die Eier
boodschappen doen: einkaufen
de fles, de flessen: die Flashe, die Flashen
het vlees: das Fleisch
de groente: das Gemüse
precies: genau
genoeg: genug
de aardappel, de aardappelen: die Kartoffel, die Kartoffeln
de levensmiddelen: die Lebensmittel
de melk: die Milch
het fruit: das Obst
het zout: das Salz
sturen: schicken
de ham: der Schinken
de tas: die Tasche
duur: teuer
de verkoper: der Verkäufer