chapitre 3 - 2 vmbo/havo -j'aime la mode - phrases-clés et parler - zinnen 1
Woorden in deze lijst (9)
Origineel
- Gaan we dit weekend naar de stad?
- On va en ville, ce weekend?
- Ja, ik wil een spijkerbroek kopen.
- Oui, je veux acheter un jean.
- Hoe vind je deze spijkerbroek?
- Comment tu trouves ce jean?
- Niet slecht/Leuk.
- Pas mal.
- Hij is mooi.
- Il est beau.
- Hoeveel kost het?
- Il coute combien?
- Dertig euro.
- Trente euros.
- Welke maat heb je?
- Tu fais quelle taille?
- M.
- Du M.