2 vmbo unité 1 woordenlijst

2 vmbo unité 1 woordenlijst

Heleen
0

Woorden in deze lijst (67)

les loisirs (m mv)
de vrije tijd
mignon, mignonne
schattig
faire du cheval
paardrijden
jouer de la musique
muziek maken
le message
het bericht
le joueur
de speler
le match
de wedstrijd
le ballon de foot
de voetbal
beaucoup
veel
d’accord
oké
la passion
de passie
faire du vélo
fietsen
jouer au foot
voetballen
lire
lezen
l’équipe (v)
het team
le jeu
het spel
la compétition
de competitie
un peu
een beetje
ensemble
samen
mon sport préféré
mijn lievelingssport
rencontrer
ontmoeten
gagner
winnen
avoir peur
bang zijn
faire mal, ça fait mal
pijn doen, dat doet pijn
être d’accord
het (ermee) eens zijn
attaquer
aanvallen
dur
zwaar
tout le monde
iedereen
je cours (courir)
ik ren (rennen)
contre
tegen
le bleu
de blauwe plek
la blessure
de verwonding, de blessure
assez
nogal
défendre
verdedigen
l’adversaire (m)
de tegenstander
fort
sterk
le champion, la championne
de kampioen, de kampioenne
l’avenir (m)
de toekomst
travailler dur
hard werken
tu crois ?
geloof je? denk je?
le rêve
de droom
la fois
de keer
quoi ?
wat?
bonne chance
veel succes
je veux bien
graag
l’entrée (v)
de ingang
(ne) … jamais
nooit
tous les jours
iedere dag
le billet
het kaartje
je connais
ik ken
excusez-moi
sorry
le camping
de camping
la rivière
de rivier
le retour
de terugreis
la promenade
de wandeling, de tocht
différent
verschillend
descendre
afdalen
le parcours
de route
l’inscription (v)
de inschrijving
le débutant
de beginner
le départ
het vertrek
l’aventure (v)
het avontuur
le niveau
het niveau
organiser
organiseren
l’excursion (v)
de excursie
la participation
de deelname
la personne
de persoon
Hoi Gast!