Neue Kontakte - Deutschbuch A - 3 VWO - Unterwegs - Wortschatz B
Woorden in deze lijst (73)
Origineel
- de bus
- der Bus
- de dienstregeling
- der Fahrplan
- de haven
- der Hafen
- de kaartjesautomaat
- der Fahrkartenautomat
- de perron
- der Bahnsteig
- het plein/
de plaats - der Platz
- de rotonde
- der Kreisverkehr
- het station
- der Bahnhof
- de stoep
- der Gehweg
- het vliegveld
- der Flughafen
- de bocht
- die Kurve
- de brug
- die Brücke
- het eendje
- die Haltestelle
- de halte
- die Haltestelle
- de hoek
- die Ecke
- de informatie
- die Information
- de kant/
de zijde - die Seite
- de kruising
- die Kreuzung
- de lijn
- die Linie
- de metro
- die U-Bahn
- de retourtje
- die Rückfahrkarte
- de trein
- die Bahn/
der Zug - de richting
- die Richtung
- de stoplicht
- die Ampel
- de tram
- die Straßenbahn
- het veer/
de veerpont - die Fähre
- de binnenstad
- das Zentrum
- het perron
- das Gleis
- het schip
- das Schiff
- het vliegtuig
- das Flugzeug
- aankomen
- ankommen
- afslaan, inslaan
- abiegen/
abgebogen - gaan (rijden) met
- fahren mit/
gefahren - halen
- holen
- instappen
- einsteigen
- lopen
- laufen
- missen (trein/
bus) - verpassen
- oversteken
- überqueren
- omstappen
- umsteigen
- te voet gaan/
lopen - zu Fuß gehen/
gegangen - uitstappen
- aussteigen
- vertrekken
- abfahren/
abgefahren - wijzen
- zeigen
- zoeken
- suchen
- achter
- hinter
- daardoor
- da drüben
- dichtbij
- nah
- dichtstbijzijnde/
volgende - nächste
- Goede reis!
- Gute Fahrt!
- Graag gedaan!
- Gern geschehen!
- in de buurt van
- in der Nähe von
- laat
- spät
- naar huis
- nach Hause
- naast
- neben
- rechtsdoor
- geradeaus
- de trein
- der Zug
- ver
- weit
- voor
- vor
- vroeg
- früh
- het verkeer
- der Verkehr
- de stad
- die Stadt
- de straat
- die Straße
- het dorp
- das Dorf
- het ticket
- das Ticket
- fietsen
- Rad fahren/
gefahren - gaan (reizen) met
- reisen mit
- nemen
- nehmen/
genommen - het dorp
- das Dorf
- vinden
- finden/
gefunden - vliegen
- fliegen/
geflogen - weten
- wissen
- bijna
- fast
- weer
- wieder