Hoofdstuk 3: Klimaat en landschapszones (woorden van eerdere jaren)

Thomas

Woorden in deze lijst (22)

Origineel

Albedo: De mate waarin een oppervlak zonne-energie weerkaatst uitgedrukt in een percentage
Atmosfeer: Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen, ook wel dampkring
Bodemerosie: Het door erosie verdwijnen van het voor planten belangrijke deel van de bodem
Carioliseffect: Is de afwijking van de windrichting die ontstaat door de draaiing van de aarde
Energiebalans: De optelsom van de kortgolvige straling zonlicht op aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling van de aarde, ook wel stralingsbalans
Front: Een grensvlak tussen relatief warme en relatief koude lucht
Frontale regen: Neerslag die ontstaat bij een front, als relatief warme lucht over relatief koude lucht opstijgt
Klimaatgebieden: Zijn grote gebieden op aarde met kenmerkende eigenschappen van temperatuur, neerslag en wind
Klimaatverandering: Is de verandering op lange termijn van de temperatuur, de neerslag en de wind op aarde
Koolstofdioxide: Kleur- en reukloos gas, ook wel CO2
Luchtdruk: Is de kracht die het gewicht van een kolom lucht op een oppervlak uitoefent
Natuurlijk broeikaseffect: Het vasthouden van warmte door broeikasgassen in de atmosfeer zonder invloed van de mens
Ozonlaag: Zone in de stratosfeer op 15-30 km hoogte waar ozon wordt gevormd onder invloed van de voor het leven schadelijke uv-straling van de zon
Permafrost: Is permanent bevroren ondergrond soms wel tot op 1 km diepte
Stijgingsregen: Neerslag die ontstaat door een opwarming van het aardoppervlak en de lucht daarboven, is vooral rond de evenaar
Stuwingsregen: Neerslag die ontstaat als lucht bij een gebergte gedwongen wordt om op te stijgen
Tropisch minimum: Zone met lage luchtdruk op en nabij de evenaar, ook wel intertropische convergentiezone
Troposfeer: De onderste laag van de atmosfeer die circa 15 km dik is en waarin zich de meeste gasmoleculen bevinden en waar het weer zich afspeelt
Versterkt broeikaseffect: De toename van het natuurlijke broeikaseffect door de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen door de mens
Wind: Verplaatsing van lucht aan het aardoppervlak van een gebied met hoge luchtdruk naar een gebied met lage luchtdruk
Zee-ijs: Bevroren zeewater
Zeespiegelstijging: Is de toename van de hoogte van het zeespiegelniveau