Begrippen van Economische globalisering
Woorden in deze lijst (15)
Origineel
- BRICS-landen
- Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika; landen met snelgroeiende economieën.
- Directe buitenlandse investeringen (DBI)
- Investeringen in bedrijven in een ander land.
- Economische globalisering
- Het proces waarbij nationale economieën wereldwijd steeds meer met elkaar verweven raken.
- Global shift
- De verschuiving van het economisch zwaartepunt van Europa en Amerika naar de BRICS-landen.
- Globalisering
- Ook wel mondialisering of internationalisering; het proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen met elkaar verbonden raken.
- MNO
- Multinationale ondernemingen die wereldwijd opereren.
- Mondiaal netwerk
- Economische, politieke en sociaal-culturele verbindingen op mondiaal niveau.
- NICS
- Newly Industrialized Countries, zoals Singapore, Malaysia en Hongkong.
- Outsourcing
- Het uitbesteden van onderdelen van de productieketen naar goedkopere of betere locaties.
- Productieketen
- De route van grondstof tot eindproduct, verspreid over verschillende gebieden.
- Protectionisme
- Het beschermen van de eigen economie ten opzichte van andere economieën.
- Semi-periferie
- Landen die tussen de centrumlanden en periferie in zitten en steeds belangrijker worden als producent van goederen en diensten.
- Tijd-ruimte compressie
- Het proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen kleiner wordt door verbeterde transport- en communicatietechnologie.
- Triade
- Een netwerk van internationale kapitaal- en goederenstromen tussen Noord-Amerika, Europa en Japan.
- Vrije markteconomie
- Een economie waarin de invloed van de overheid beperkt is en bedrijven zelf beslissingen mogen nemen.