UNITÉ 1 • VOYAGES • APPRENDRE
0keer geoefend
Woorden in deze lijst (7)
Origineel
- Tijdens de zomervakantie ben ik naar Luxemburg gegaan.
- Pendant les grandes vacances, je suis all é(e) au Luxembourg.
- Ik ben met het vliegtuig gegaan met mijn ouders en mijn zus.
- Je suis parti(e) en avion, avec mes parents et ma sœur.
- Wij zijn een week in Cannes gebleven.
- Nous sommes resté(e)s une semaine à Cannes.
- Ik heb wandelingen gemaakt in de bergen.
- J'ai fait des randonnées en montagne.
- Gelukkig is het de hele tijd warm weer geweest.
- Heureusement, il a fait chaud tout le temps.
- Er waren volop dingen te doen in de regio.
- Il y avait plein de choses à faire dans la région.
- We hebben een hele goede vakantie gehad.
- Nous avons passé de très bonnes vacances.