Na klar! - 1 & 2 HAVO/VWO - Fit - Les 3 Gute Besserung! - Redemittel
Woorden in deze lijst (26)
Origineel
- Haal de medicijnen bij de apotheek!
- Hol die Medikamente in der Apotheke!
- Dat is jammer.
- Das ist schade.
- Dat spijt me.
- Das tut mir leid.
- Dat is nogal stom.
- Das ist aber blöd.
- Mijn been doet pijn.
- Mein Bein tut weh.
- Ik heb keelpijn.
- Ich habe Halsschmerzen.
- Helaas kan ik niet naar het feest komen.
- Leider kann ich nicht zur Party kommen.
- Ben je nog steeds ziek?
- Bist du immer noch krank?
- Wat is er aan de hand?
- Was ist los?
- Heb je pijn?
- Hast du Schmerzen?
- Ik ben blij dat het weer beter met je gaat.
- Ich bin froh, dass es dir wieder besser geht.
- Lust jij kamillethee?
- Magst du Kamillentee?
- Nee, dat lust ik niet.
- Nein, der schmeckt mir nicht.
- Ik vind de tabletten veel te groot.
- Ich finde die Tabletten viel zu groß.
- Voel je je niet lekker?
- Fühlst du dich nicht wohl?
- Heb jij koorts?
- Hast du Fieber?
- Ik ben verkouden.
- Ich bin erkältet.
- Het gaat beroerd met mij. Ik ben moe.
- Es geht mir mies. Ich bin müde.
- Ik ben misselijk.
- Mir ist übel.
- Neem een tablet!
- Nimm eine Tablette!
- Eet veel groente en drink veel water!
- Iss viel Gemüse und trink viel Wasser!
- Beterschap!
- Gute Besserung!
- Zullen we naar de dokter gaan?
- Sollen wir zum Arzt gehen?
- Hopelijk heb ik morgen geen buikgriep meer.
- Hoffentlich habe ich morgen keine Darmgrippe mehr.
- Het is niet erg. Je hebt rust nodig.
- Es ist nicht schlimm. Du brauchst Ruhe.
- Dat kan me niet schelen. Ik ben duizelig.
- Das ist mir egal. Mir ist schwindelig.
