ZugSpitze - 5 HAVO - Gespräche führen - Schule: Immer etwas los! - Redemittel
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- Wat vind jij van jouw nieuwe rooster?
- Wie findest du deinen neuen Stundenplan?
- Vind je? Daar ben ik het niet mee eens./Dat vind ik niet.
- Meinst du? Damit bin ich nicht einverstanden./Das finde ich nicht.
- Hoeveel lessen hebben jullie per week?
- Wie viele Unterrichtsstunden habt ihr pro Woche?
- Sorry, kun je dat alsjeblieft herhalen?
- Entschuldigung, kannst du das bitte wiederholen?
- Welk vak vind je het leukst?
- Welches Fach magst du am liebsten?
- Heb jij niet voor de toets Duits geleerd?
- Hast du nicht für die Deutscharbeit gelernt?
- Mag je bij de presentatie een spiekbriefje erbij houden?
- Darf man bei der Präsentation einen Spickzettel dabei haben?
- Ik heb echt nog bijles wiskunde nodig.
- Ich brauche unbedingt noch Nachhilfe in Mathe.
- Super! Zullen we vanmiddag om 16 uur afspreken?
- Super! Wollen wir uns heute Nachmittag um 16 Uhr treffen?
- Ik moet vandaag nablijven, omdat ik gisteren het eerste uur niet was.
- Ich muss heute nachsitzen, weil ich gestern die erste Stunde gefehlt habe.
