chapitre 5 - 1 vmbo/havo - entre copains - phrases-clés et parler - zinnen
Woorden in deze lijst (7)
Origineel
- Heb je een leuk weekend gehad?
- Tu as passé un bon weekend?
- Ja, ik heb een film gekeken met Simon.
- Oui, j’ai regardé un film avec Simon.
- Wie is dat, Simon?
- C’est qui, Simon?
- Het is mijn vriend.
- C’est mon copain.
- Hoe oud ben jij?
- Tu as quel âge?
- Ik ben dertien jaar.
- J’ai treize ans.
- Ik ben op 11 maart jarig.
- Mon anniversaire, c’est le 11 mars.