Na klar! - 3 VMBO-KGT - Endlich Ferien - Les 6 Urlaub - Redemittel
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- We blijven twee weken.
- Wir bleiben zwei Wochen.
- Ik vlieg met mijn ouders naar Griekenland.
- Ich fliege mit meinen Eltern nach Griechenland.
- We gaan met de auto.
- Wir fahren mit dem Auto.
- Bovendien ga ik een week naar mijn grootouders.
- Außerdem fahre ich eine Woche zu meinen Großeltern.
- Ik zal vaak naar het zwembad gaan.
- Ich werde oft ins Schwimmbad gehen.
- De reis duurt anderhalf uur.
- Die Reise dauert anderthalb Stunden.
- Ik wil me graag ontspannen en uitslapen.
- Ich möchte mich erholen und ausschlafen.
- Ik breng mijn vakantie thuis door.
- Ich verbringe meine Ferien zu Hause.
- Het liefst doe ik aan sport of luister ik naar muziek.
- Am liebsten treibe ich Sport oder höre ich Musik.
- Daarna werk ik in een supermarkt.
- Danach arbeite ich in einem Supermarkt.
