New Interface - 1 vwo - Sports - Speaking - Phrases
Woorden in deze lijst (22)
Origineel
- There's a competition at Horseshoe Bay tomorrow.
- Er is morgen een toernooi in Horseshoe Bay.
- I've got to practise some chess moves.
- Ik moet een paar schaakzetten oefenen.
- You have to train hard for it.
- Je moet er hard voor trainen.
- You don't need to run around ...
- Je hoeft niet om ... heen te rennen.
- We practise every lunchtime at school.
- We oefenen op school altijd tijdens de lunch.
- You play squash with a racket.
- Squash speel je met een racket.
- A hockey game goes on for about an hour.
- Een hockeywedstrijd duurt ongeveer een uur.
- I can't play volleyball.
- Ik kan niet volleyballen.
- I never play any sport that involves wearing short trousers.
- Ik doe niet aan sporten waarbij je een korte broek moet dragen.
- I don't know anything about chess.
- Ik weet niets van schaken.
- I haven't got any shorts.
- Ik heb geen korte broek.
- I exercise twice a week at the gym.
- Ik train twee keer per week in de sportschool.
- Sorry, I didn't quite catch that.
- Sorry, dat heb ik niet goed verstaan.
- Did you say volleyball?
- Zeij je volleyball?
- Where did you say?
- Waar, zei je?
- Sorry, can you say that again more slowly, please?
- Sorry, kun je dat nog eens zeggen, maar dan wat langzamer, alsjeblieft?
- What time did you say it was again?
- Hoe laat zei je ook alweer dat het was / begon?
- I prefer a game where you have to work hard.
- Ik hou van sporten waarbij je hard moet werken.
- Are there any sports that you like?
- Zijn er sporten die je leuk vindt?
- Playing volleyball is much more fun than sitting indoors!
- Volleyballen is veel leuker dan binnen zitten!
- I really enjoy playing chess.
- Ik hou erg van schaken.
- I'm not very keen on team sports.
- Ik ben niet zo dol op teamsporten.