Unit 1.1 THE TIES THAT BIND

Unit 1.1 THE TIES THAT BIND

Woorden in deze lijst (60)

be realistic
realistisch zijn
birthday treat
verjaardagscadeau
blot out memories
herinneringen uitwissen
cluttered
rommelig
compromise
compromissen sluiten
conjure up memories
herinneringen oproepen
considerate
attent
depend on sth
vertrouwen op iets
diminutive stature
kleine gestalte
disrespectful
onbeleefd
down-to-earth
nuchter
face hardships
met problemen kampen
faithful
trouw
fall out with sb
ruzie maken met iemand
flatter
vleien
forthright manner
openhartige manier
free will
vrije wil
get on
het goed kunnen vinden
get on with sth
verdergaan met iets
go out with sb
uitgaan met iemand
grow up
opgroeien
home-baked treat
zelfgebakken lekkernij
idealistic
idealistisch
imposing stature
imposante gestalte
impractical
onpraktisch
iron will
ijzeren wil
irreverent
oneerbiedig
live up to sth
iets nakomen
lofty heights
hoge hoogtes
look after sb
zorgen voor iemand
look up to sb
opkijken naar iemand
loyal
trouw
modest presence
bescheiden aanwezigheid
more than one’s fair share
je portie wel gehad hebben
nod in approval
goedkeurend knikken
not bat an eyelid
opkijken
not have a bad word to say about sb
geen onvertogen woord over iemand
obstinate
dwars
possess
hebben
practical
praktische
put on a brave face
zich flink houden
put one’s foot down
zijn/haar poot stijf houden
put up with sb/sth
omgaan met iets/iemand
quick-witted
gevat
reach the dizzy heights
duizelingwekkende hoogten bereiken
require approval
goedkeuring vereisen
see the best in people
het beste in mensen zien
sharp
scherp
split up
uit elkaar gaan
stubborn
koppig
take after sb
lijken op iemand
take up with sb
gaan samenwerken met iemand
thankful
dankbaar
the ripe old age of (80)
de hoge leeftijd van (80)
thoughtful
bedachtzaam
touched
geraakt
trait
karaktertrek
unassuming manner
bescheiden
unprejudiced
onbevooroordeeld
upset
ontstelt