Regenten / Vorsten

4keer geoefend
Woorden in deze lijst (32)
Origineel
- absolutisme
- regeringssysteem waarin de vorst onbeperkte macht heeft
- hugenoot
- Franse calvinist
- oligarchie
- regering van een klein groep
- regent
- bestuurder
- stadhouder (1)
- vertegenwoordiger van de vorst in een gewest (tot 1581)
- stadhouder (2)
- in de Republiek de hoogste regent en opperbevelhebber
- tijd van regenten en vorsten
- 1600-1700
- beurs
- gebouw waar kooplieden handeldrijven
- gouden eeuw
- lange bloeiperiode voor Nederland
- grachtengordel
- deel van Amsterdam langs de grachten uit de 17e eeuw
- handelskapitalisme
- kapitalisme waarbij handelaren de leiding hadden in de economie
- kapitalisme
- economisch systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken
- oorlogsrecht
- regels die gelden tijdens oorlogen
- stapelplaats
- plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vandaar te worden verhandeld
- volkenrecht
- regels die gelden tussen staten
- werkgelegenheid
- mogelijkheid voor betaald werk
- emigreren
- een land voorgoed verlaten
- gedogen
- toelaten terwijl je het eigenlijk niet er niet mee eens bent
- gereformeerd
- calvinistisch
- gewetensvrijheid
- recht om te geloven wat je wilt
- immigrant
- iemand die verhuist vanuit een ander land
- literatuur
- verhalen en gedichten die bedoelt zijn als kunst
- pullfactor
- reden om je ergens te vestigen
- pushfactor
- reden om een plaats te verlaten
- oprichting van de VOC
- 1602
- begin van de aanleg van de Amsterdamse grachtengordel
- 1613
- Rembrandt schildert De Nachtwacht
- 1642
- Lodewijk XIV koning
- 1643-1715
- Lodewijk XIV valt Nederland binnen
- 1672
- Willem III stadhouder
- 1672-1702
- stadhouder Willem III landt in Zuid-Engeland
- 1688
- Willem III koning van Engeland
- 1689-1702