New Interface - 1 havo/vwo - Holidays - Speaking - Phrases

New Interface - 1 havo/vwo - Holidays - Speaking - Phrases

Woorden in deze lijst (28)

We need somewhere to stay on May 30th.
We hebben een slaapplek nodig op 30 mei.
What time are you arriving on the 2nd?
Hoe laat kom je aan op de tweede?
There is an hourly train to Brighton on Saturdays.
Er is/gaat ieder uur een trein naar Brighton op zaterdag.
We're going to leave on Sunday.
We vertrekken zondag.
We stayed in a much smaller tent when we camped in Scotland last May.
We verbleven in een veel kleinere tent toen we afgelopen mei kampeerden in Schotland.
The first time we camped was in France.
De eerste keer dat we kampeerden was in Frankrijk.
I visited the Peak District last year.
Vorig jaar heb ik het Peak District bezocht.
When did you go to York?
Wanneer ben je naar York geweest?
How do I get this tent flap to stay open?
Hoe zorg ik dat deze tentflap openblijft?
Just roll it back and fasten it with this loop.
Rol hem terug en maak hem vast met deze lus.
How does this gas stove work?
Hoe werkt deze gaskachel?
Find the tap on the gas bottle.
Zoek de kraan van de gasfles.
Just open the tap to get gas.
Open de kraan om gas te krijgen.
Have you got a reservation?
Heb je een reservering?
Have you got any vacancies?
Heeft u onbezette plekken?
How many nights are you planning to stay?
Hoe lang willen jullie blijven?
We'll book the tent for Friday and Saturday night, please.
We willen de tent graag boeken voor vrijdag- en zaterdagnacht.
Please fill in this form.
Vul dit formulier in, alstublieft.
We need a £25 deposit.
We vragen een waarborgsom van £25.
Have you got sleeping bags with you?
Hebben jullie slaapzakken bij je?
Where do we find the tent?
Waar vinden we de tent?
Can we take the train?
Kunnen we de trein nemen?
How far is it to Brighton?
Hoe ver is het naar Brighton?
When is the next train to London leaving?
Hoe laat vertrekt de volgende trein naar Londen?
Are you going to need to rent a tent?
Moeten jullie een tent huren?
I'm not going to carry it tomorrow!
Ik ga het morgen niet dragen!
We're going to visit the Brighton festival.
We gaan naar het Brighton festival.
I'm going to report you to the owner of the campsite!
Ik ga jullie aangeven bij de eigenaar van de camping!
Hoi Gast!