Frans - BRAVOURE 1.0 - 2 VMBO-GT/HAVO - Theme 4 - Voca
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- le corps
- het lichaam
- les jambes
- de benen
- le dos
- de rug
- les bras
- de armen
- les genoux
- de knieën
- bouger
- bewegen
- courir
- rennen
- avoir mal à
- pijn hebben aan/
in - tomber malade
- ziek worden
- blessé(e)
- geblesseerd
- être motivé(e)
- gemotiveerd zijn
- être en forme
- in vorm zijn/
fit zijn - le rendez-vous
- de afspraak
- le médecin
- de dokter
- l’hôpital (m)
- het ziekenhuis
- l’entraînement
- de training
- jouer au basket
- basketballen
- faire de la natation
- zwemmen
- la compétition
- de competitie
- le champion
- de kampioen
- … fois par jour/
semaine - … keer per dag/
week - s’entraîner (je m’entraîne)
- trainen (ik train)
- s’inscrire
- zich inschrijven
- avoir raison
- gelijk hebben
- remplir
- invullen
- l’escalier (m)
- de trap
- l’écran (m)
- het scherm
- le conseil
- de tip/
het advies - environ
- ongeveer
- donc
- dus
- assez
- genoeg
- au moins
- minstens/
ten minste - le sport d’équipe
- de teamsport
- le jeu de ballon
- de balsport
- le temps libre
- de vrije tijd