Na klar! - 5 VWO - Kapitel 1 Von mir aus - Schreib mal! - Redemittel
Woorden in deze lijst (37)
Origineel
- Geachte dames en heren,
- Sehr geehrte Damen und Herren,
- Ik heb uw advertentie op internet gelezen.
- Ich habe Ihre Anzeige im Internet gelesen.
- Ik interesseer me zeer voor uw advertentie.
- Ich interessiere mich sehr für Ihre Anzeige.
- Bovendien zou ik graag mijn talenkennis willen verbeteren.
- Außerdem möchte ich meine Sprachkenntnisse verbessern.
- Ik verheug me op een spoedig antwoord.
- Ich würde mich über eine baldige Antwort freuen.
- Het is leuk musicus te zijn.
- Es macht mir Spaß, Musiker zu sein.
- Ik zou graag aan de casting willen deelnemen.
- Ich möchte gern am Casting teilnehmen.
- Ik ben vastbesloten om acteur te worden.
- Ich bin fest entschlossen, Schauspieler zu werden.
- Mijn toekomstwens is gitaar te spelen in een band.
- Mein Zukunftswunsch ist es, Gitarrist in einer Band zu werden.
- Ik ben ambitieus en heb doorzettingsvermogen.
- Ich bin ehrgeizig und habe Durchsetzungsvermögen.
- Ik ben betrouwbaar en punctueel.
- Ich bin zuverlässig und pünktlich.
- Worden de reiskosten ook vergoed?
- Werden die Fahrtkosten auch erstattet?
- Ik wil aan de eisen van de jury voldoen.
- Ich möchte den Anforderungen der Jury gerecht werden.
- Met vriendelijke groeten,
- Mit freundlichen Grüßen,
- Ik zou graag een goede opleiding willen doen.
- Ich möchte gern eine gute Ausbildung machen.
- Heb je hulp nodig?
- Brauchst du Hilfe?
- Word even rustig!
- Beruhige dich!
- Over een paar weken zal het zeker beter met je gaan!
- In ein paar Wochen wird es dir sicher besser gehen!
- Ik zou je kunnen helpen.
- Ich könnte dir helfen.
- Wat kan ik voor je doen?
- Was kann ich für dich tun?
- Maak je geen zorgen om me!
- Mach dir keine Sorgen um mich!
- Mijn ouders nemen me niet serieus.
- Meine Eltern nehmen mich nicht ernst.
- Ik wil nu nog niet aan mijn toekomst denken.
- Ich will jetzt noch nicht an meine Zukunft denken.
- Ik heb een moeilijke tijd achter de rug.
- Ich habe eine schwierige Zeit hinter mir.
- Ik heb voortdurend ruzie thuis.
- Ich habe ständig Krach zu Hause.
- Ik mag mijn vader niet tegenspreken.
- Ich darf meinem Vater nicht widersprechen.
- Mijn ouders maken me steeds verwijten.
- Meine Eltern machen mir immer Vorwürfe.
- Ik voel me eenzaam.
- Ich fühle mich einsam.
- Mijn zus wordt altijd voorgetrokken.
- Meine Schwester wird immer vorgezogen.
- Ik heb de laatste tijd slechte cijfers gehaald.
- Ich habe in der letzten Zeit schlechte Noten bekommen.
- Met mijn vader heb ik vaak ruzie over mijn toekomstplannen.
- Mit meinem Vater habe ich oft Streit über meine Zukunftspläne.
- Ik verheug me op een weerzien.
- Ich freue mich auf ein Wiedersehen.
- Alles begon heel onschuldig.
- Alles begann ganz harmlos.
- Ze had meteen in de gaten dat ik hulp nodig had.
- Sie hatte sofort gemerkt, dass ich Hilfe brauchte.
- In de vakantie heb ik huisarrest gekregen.
- In den Ferien habe ich Hausarrest bekommen.
- Dat is chantage.
- Das ist Erpressung.
- Wat zou jij in mijn plaats doen?
- Was würdest du an meiner Stelle machen?