VIVO - 1 havo/vwo - hoofdstuk 1 - Levende wezens
Woorden in deze lijst (18)
Origineel
- abiotisch
- heeft betrekking op de levenloze natuur
- abiotische factoren
- alles wat levenloos is in een leefomgeving en invloed heeft op een organisme, bijvoorbeeld temperatuur en de aanwezigheid van water
- afvalstoffen afgeven
- verwijderen van afvalstoffen en/of schadelijke stoffen uit het lichaam
- biotisch
- heeft betrekking op de levende en dode natuur
- biotische factoren
- alles wat leeft of dood is in een leefomgeving en invloed heeft op een organisme, bijvoorbeeld de aanwezigheid van soortgenoten of andere soorten organismen
- cellen
- heel kleine delen van een levend wezen
- dood
- organisme dat geen levenskenmerken meer vertoont
- gaswisseling
- opnemen en afstaan van gassen (zuurstof en koolstofdioxide) door een organisme
- groeien
- groter worden
- levend
- organisme dat levenskenmerken bezit
- levenloos
- iets wat nooit geleefd heeft
- levenskenmerk
- een kenmerk waaraan je kunt zien dat een organisme levend is
- omgevingsfactoren
- omstandigheden in de leefomgeving die invloed kunnen hebben op een organisme
- organisme
- een levend wezen
- reageren
- in actie komen door iets wat je waarneemt, meestal door te bewegen
- voeden
- opnemen van voedingsstoffen uit de leefomgeving
- voortplanten
- voor nakomelingen zorgen
- waarnemen
- met behulp van zintuigen signalen uit de omgeving opnemen