apprendre 6

apprendre 6

Julia
7

Woorden in deze lijst (66)

geweldig
génial
ver
loin
maar
mais
het is mogelijk
c'est possible
met
avec
maar
mais
het huis
la maison
goed
bien
het voetbalveld
le terrain de foot
met
avec
goed
bien
ik stel je voor (voorstellen)
je te présente (présenter)
de tuin
le jardin
heel, erg
très
het voetbalveld
le terrain de foot
het is mogelijk
c'est possible
het is waar
c'est vrai
we gaan, zullen (gaan)
on va (aller)
met
avec
het voetbalveld
le terrain de foot
geweldig
génial
het is mogelijk
c'est possible
geweldig
génial
het is mogelijk
c'est possible
de minuut
la minute
we gaan, zullen (gaan)
on va (aller)
goed
bien
nu
maintenant
dezelfde, hetzelfde
le/la même
maar
mais
waar?
où ?
het is waar
c'est vrai
geweldig
génial
het is waar
c'est vrai
het is waar
c'est vrai
het zwembad
la piscine
in de brugklas
en cinquième
aardig
sympa
hij heet (heten)
il s'appelle (s'appeler)
maar
mais
we gaan, zullen (gaan)
on va (aller)
het voetbalveld
le terrain de foot
we gaan, zullen (gaan)
on va (aller)
met
avec
goed
bien
en cinquième
in de brugklas
le/la même
dezelfde, hetzelfde
sympa
aardig
je te présente (présenter)
ik stel je voor (voorstellen)
où ?
waar?
la maison
het huis
la piscine
het zwembad
loin
ver
le jardin
de tuin
il s'appelle (s'appeler)
hij heet (heten)
la minute
de minuut
maintenant
nu
très
heel, erg
bien
goed
mais
maar
avec
met
c'est vrai
het is waar
c'est possible
het is mogelijk
le terrain de foot
het voetbalveld
génial
geweldig
on va (aller)
we gaan, zullen (gaan)
Hoi Gast!