Nectar - 1 vmbo-kgt - Hoofdstuk 4 - Gedrag

Nectar - 1 vmbo-kgt - Hoofdstuk 4 - Gedrag

Woorden in deze lijst (32)

aangeboren gedrag
gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt, bijvoorbeeld reflexen
beloning
leren doordat het juiste gedrag beloond wordt; manier voor het trainen van dieren
dominant
een dominant dier is de baas over andere dieren
dreigen
bij dreigen bepaal je wie de sterkste is, zonder te vechten
emotie
wat iemand voelt: vreugde, verbazing, afschuw, woede, verdriet en angst
ethogram
een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens of dier
gedrag
alles wat een mens of een dier doet
groepsdier
dier dat samen leeft in een groep
handeling
klein stukje gedrag; gedrag bestaat uit een reeks handelingen
imiteren
leren door gedrag na te bootsen
inwendige prikkel
prikkel vanuit het lichaam van een mens of dier
inzicht
nieuw gedrag leren door na te denken
lichaamstaal
zonder te praten met je lichaam laten zien hoe je je voelt
oefenen
leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen
onderdanig
een onderdanig dier heeft een baas boven zich
overdreven signalen
signalen die erg opvallen en een sterke reactie oproepen
overspronggedrag
gedrag van een dier dat niet bij de situatie past; het gedrag ontstaat als het dier (of mens) twijfelt tussen twee soorten gedrag
prikkel
verandering in de omgeving of in je lichaam waarop je kunt reageren
rangorde
als er in een groep dominante en onderdanige dieren zijn en elk dier zijn plaats kent
reflex
een vaste, snelle reactie op een prikkel; de reactie lijkt ‘vanzelf’ te gaan; reflexen zijn aangeboren en beschermen het lichaam vaak tegen beschadigingen of honger (bij jonge dieren en baby’s)
signaal
prikkel van een dier of mens, die dient als boodschap voor een soortgenoot; de soortgenoot kan erop reageren
sperren
wijd opendoen van de bek door jonge vogels als de oudervogel met voer bij het nest komt
straf
leren doordat het verkeerde gedrag bestraft wordt; manier voor het trainen van dieren
taakverdeling
regels bij het samenwerken van groepsdieren, zodat elk dier weet wat hij moet doen
uitwendige prikkel
prikkel die van buiten het lichaam van een dier of mens komt, dus vanuit de omgeving
alfa man
het meest dominante mannetje dat de baas is van een hele groep
communiceren
elkaar dingen duidelijk maken, dat kan met woorden of met lichaamstaal
crèche
grote groep jonge dieren, waar enkele oudere dieren op passen
harem
een groep vrouwtjes waar alleen het dominante mannetje mee paart
kolonie
een groep dieren die dicht bij elkaar leven of nestelen
kudde
een groep dieren bijvoorbeeld olifanten of bizons
matriarch
de leidster van een kudde olifanten
Hoi Gast!