GS 1,2,3

Quinty

Woorden in deze lijst (21)

Origineel

renaissance: de cultuur in de overgangsperiode van middeleeuwen naar vroegmoderne tijd. in deze tijd (1300-1600) keek men met een nieuw blik naar de oudheid en kwam de mens centraal te staan. renaissance betekent letterlijk ''wedergeboorte'' (van de oudheid).
vroegmoderne tijd: periode van de 16e tot en met de 18e eeuw.
anatomie: de leer van de bouw van het (menselijk) lichaam.
perspectief: een techniek waardoor je de indruk kunt wekken dat er diepte zit in een schilderij.
mensbeeld: de ideeen die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.
Memento Mori: latijn voor ''besef dat je zult sterven'', het middeleeuwse idee dat het leven op aarde een voorbereiding is op het leven na de dood. het tegenovergestelde van ''Carpe diem''.
Carpe diem: latijn voor ''pluk de dag'', het idee dat mensen zich niet moeten richten op het leven na de dood, maar moeten richten op het leven zelf. het tegenovergestelde van ''Memento Mori''.
humanist: geleerde uit de renaissance, die teksten uit de oudheid bestuurde en vertaalde. humanisten vonden het belangrijk dat mensen leerden lezen en leerden om zelf ergens een oordeel over te hebben.
mentaliteit: de manier waarop mensen denken.
geocentrisch wereldbeeld: de middeleeuwse opvatting dat de aarde het middelpunt van het heelal is.
heliocentrisch wereldbeeld: de opvatting in de vroegmoderne tijd dat de zon het middelpunt van het heelal is.
specerijen: kruiden die rijke europeanen gebruikten om het eten meer smaak te geven.
Ottomaanse Rijk: het turkse rijk dat in de 15e eeuw steeds machtiger werd en in 1453 Constantinopel innam. hierbij ook het einde aan het Oost-Romeinse Rijk.
reconquista: spaans voor ''herovering''. de verovering door christelijke vorsten van het islamitische deel van het iberisch schiereiland (spanje en portugal) van 850 tot 1492.
ontdekkingreizen: reizen naar gebieden die tot dan toe onbekend zijn.
expansie: de uitbereiding van een gebied of van invloed.
handelspost: een fort met een haven, pakhuizen en woningen langs de nieuwe ontdekte kusten van Azie, Afrika en ZuidAmerika.
factorij: oude benaming voor handelspost.
kolonie: gebied buiten het eigen land dat is veroverd en wordt bestuurd door het moederland.
plantage: groot landbouwbedrijf waarop 1 product werd verbouwd, zoals rietsuiker, koffie of tabak.
slavenhandel: de handel in mensen uit Afrika die in Amerika op plantages en in mijnen moesten werken.