Frans - LIBRE SERVICE 4e - 4 VWO - CHAPITRE 5 - PARLER
Woorden in deze lijst (40)
Origineel
- le contenu
- de inhoud
- ça concerne
- het betreft
- expliquer
- uitleggen
- la plainte
- de klacht
- le bruit
- het lawaai
- la fac/faculté
- de faculteit
- la caméra cachée
- de verborgen camera
- Je vous en prie!
- Graag gedaan!/Geen dank!
- en avoir marre (fam.)
- het zat zijn
- l’amende (f)
- de boete
- la clé
- de sleutel
- rembourser
- terugbetalen
- immédiatement
- onmiddellijk
- la valise
- de koffer
- indispensable
- onmisbaar
- se tromper
- zich vergissen
- la veille
- de dag ervoor
- la queue
- de rij
- se moquer de
- belachelijk maken
- suspect
- verdacht
- de toute façon
- hoe dan ook
- noter
- noteren
- C’est incroyable.
- Het is ongelooflijk.
- l’inconvénient (m)
- het nadeel
- proposer une solution
- een oplossing voorstellen
- l’erreur (f)
- de vergissing
- le malentendu
- het misverstand
- C’est incompréhensible.
- Het is onbegrijpelijk.
- Vous êtes s ûr ?
- Weet u het zeker?
- résoudre un problème
- een probleem oplossen
- Pouvez-vous me dire s’il y a un tram pour aller au stade ?
- Kunt u me zeggen of er een tram naar het stadion gaat?
- Je voudrais déposer une plainte.
- Ik wil graag een klacht indienen.
- Je pense que vous vous trompez.
- Ik denk dat u zich vergist.
- Ce n’est pas compliqué, j’imagine.
- Dat is niet ingewikkeld, lijkt mij.
- Je n’ai que des affaires personnelles dans ma valise.
- Ik heb alleen persoonlijke spullen in mijn koffer.
- Il n’y a pas d’objet suspect dans mon sac à dos.
- Er zit geen verdacht voorwerp in mijn rugzak.
- Je voyage avec une carte de réduction.
- Ik reis met een kortingskaart.
- Il faut résoudre ce problème.
- We moeten dat probleem oplossen.
- Est-ce que vous pourriez me rembourser ?
- Zou u me het geld kunnen teruggeven?
- Ma carte d’identité se trouve dans le jean que je portais hier.
- Mijn identiteitskaart zit in de spijkerbroek die ik gisteren droeg.
