New Interface - 2 vmbo-GT - Extremes - Speaking - Phrases
Woorden in deze lijst (16)
Origineel
- What happened?
- Wat is er gebeurd?
- I lost my key and so I was climbing in my bedroom window.
- Ik was mijn sleutel verloren en klom daarom door mijn slaapkamerraam naar binnen.
- Someone saw me and phoned the police.
- Iemand zag me en belde de politie.
- I was walking along when my work fell into the canal.
- Ik was aan het lopen toen mijn huiswerk in de gracht viel.
- My house burned down and we were standing outside all night.
- Mijn huis is afgebrand en we stonden de hele nacht buiten.
- How are you doing?
- Hoe gaat het met je?
- You don't look OK. You look worried.
- Je ziet er niet goed uit. Je ziet er bezorgd uit.
- Are you sure everything's all right?
- Weet je zeker dat alles goed gaat?
- What's up with you?
- Wat is er met je?
- What do you mean?
- Wat bedoel je?
- I don't get it.
- Ik begrijp het niet.
- How did that happen?
- Hoe is dat gebeurd?
- I can explain.
- Ik kan het uitleggen.
- You were doing what!?
- Wat was je aan het doen!?
- What did you say?
- Wat zei je?
- Say that again.
- Zeg dat nog eens.