Chapitre 6 - phrases-clés et parler - havo 3 - informatie vragen- zinnen
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- Kunt u mij helpen?
- Vous pouvez m’aider?
- Ja, natuurlijk.
- Oui, bien sûr.
- Waar is de supermarkt?
- Où est le supermarché?
- Neem de eerste straat rechts.
- Prends la première rue à droite.
- Sorry. Kunt u het herhalen?
- Excusez-moi. Vous pouvez répéter?
- Ja, neem de eerste straat rechts.
- Oui, prends la première rue à droite.
- Hoe laat gaat de supermarkt dicht?
- À quelle heure ferme le supermarché?
- Hij is van 8 tot 21 uur geopend.
- Il est ouvert de 8 heures à 21 heures.
- Heeft u een plattegrond van de stad?
- Vous avez un plan de la ville?
- Ja, natuurlijk.
- Oui, voilà.