Chapter 6 HAVING A GOOD TIME - Stones - 17 Talking about future plans and making arrangements

Woorden in deze lijst (8)

Origineel

What are you going to do this weekend?: Wat ga je doen dit weekend?
What are your plans for tomorrow?: Wat zijn je plannen voor morgen?
I’m going to/planning to visit the flea markets: Ik ga/ben van plan om de vlooienmarkten te bezoeken.
What do you suggest we do?: Wat stel jij voor dat we gaan doen?
Why don’t we catch a film this weekend?: Waarom gaan we niet naar de film dit weekend?
When would you like to meet?: Wanneer zou je elkaar willen ontmoeten?
Shall we go bowling tonight?: Zullen we gaan bowlen vanavond?
That’d be nice, but I’m busy.: Dat zou fijn zijn, maar ik heb het druk.