zinnen hoofdstuk 4

zinnen hoofdstuk 4

Tosca
4

Woorden in deze lijst (10)

Het was 1 september, in de trein naar Parijs
C'était le 1er septembre dans le train pour Paris
Ik zat bij de deur en ik las mijn mails
J'étais assis près de la porte et je lisais mes mails
We praten de hele reis met elkaar
Nous nous parlons pendant tout le voyage
Ik ben te verlegen, ik durfde niet met jou te praten
Je suis trop timide, je n'ai pas osé te parler
Maria vindt deze jongen erg leuk
Ce garçon plaît beaucoup à Maria
Ze is naar hem toe gekomen en ze hebben gezoend.
Elle sést approchée de lui et ils se sont embrassés
Helaas hebben we onze telefoonnummers niet uitgewisseld
Malheureusement, nous n'avons pas échangé nos numéros de téléphone
Het lukt hem niet dit meisje te vergeten
Il nárrive pas à oublier cette fille
Onze blikken hebben elkaar een paar keer gekruist
J'ai croisé ton regard plusieurs fois
Ik hoop dat je je mij ook herinnert
J'espère que tu te souviens aussi de moi
Hoi Gast!