Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken - §1 Leven op het platteland - VWO/GYM
Woorden in deze lijst (9)
Origineel
- middeleeuwen
- Periode van 500 tot 1500 n.C.
- vroege middeleeuwen
- Tijdvak van 500 tot 1000 n.C.
- agrarische samenleving
- Een maatschappij waarin bijna iedereen als boer werkt en er vrijwel geen steden zijn.
- domein
- Gebied waar een heer de baas was en waarvan hij de inkomsten kreeg.
- autarkie
- Letterlijk: 'zelfvoorziening'. Een economie waarin een gebied in zijn economische behoeften voorziet.
- lijfeigene
- Iemand die eigendom was van een heer, die zelf geen bezit had en die voor zijn heer moest werken als boerenknecht.
- horige
- Boer die geen eigen grond had, maar die moest werken op het land van de heer en die de grond van de heer niet mocht verlaten zonder zijn toestemming.
- herendiensten
- Werkzaamheden die horigen gratis voor de heer moesten doen.
- hofstelsel
- Economisch systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde, in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land.