Na klar! - 5 VWO - Kapitel 4 Gemeinsam - Sprich mal! - Redemittel
Woorden in deze lijst (29)
Origineel
- In dit artikel gaat het over gezondheid.
- In diesem Artikel geht es um Gesundheit.
- Bovendien wordt beschreven dat de opleiding een rol speelt.
- Darüber hinaus wird beschrieben, dass die Ausbildung eine Rolle spielt.
- De artskosten kunnen bovendien hoog zijn.
- Die Arztkosten können zudem hoch sein.
- De hoofdgedachte van de tekst is dat vrouwen carrière willen maken.
- Die Hauptaussage des Textes ist, dass Frauen arbeiten wollen.
- In Nederland hebben veel vrouwen een deeltijdbaan.
- In den Niederlanden haben viele Frauen eine Teilzeitstelle.
- Ik wil jong trouwen en kinderen krijgen.
- Ich will jung heiraten und Kinder bekommen.
- Ik ben van plan een gezin te stichten.
- Ich habe vor, eine Familie zu gründen.
- Als ik kinderen zou hebben, zou ik gewoon blijven werken.
- Wenn ich Kinder hätte, würde ich weiterhin arbeiten gehen.
- Ik ben van mening, dat je beroep en gezin goed kunt combineren.
- Ich bin der Ansicht, dass man Beruf und Familie gut miteinander vereinbaren kann.
- Het is mij niet gelukt een goede baan te krijgen.
- Ich habe es nicht geschafft, einen guten Job zu bekommen.
- In Nederland zijn er voldoende crèches.
- In den Niederlanden gibt es genug Kindertagesstätten.
- Moeders en vaders moeten gezamenlijk voor de opvoeding zorgen.
- Mütter und Väter müssen sich gemeinsam um die Erziehung kümmern.
- De situatie in de arme landen is nog steeds gespannen.
- Die Lage in den armen Ländern ist nach wie vor angespannt.
- Er komt misschien oorlog in het Midden-Oosten.
- Es gibt vielleicht Krieg im Nahen Osten.
- Vandaag brengen we verslag uit van de overstroming in Azië.
- Heute berichten wir über die Überschwemmung in Asien.
- In de eerste reportage houden we ons bezig met de werkeloosheid in Europa.
- In der ersten Reportage beschäftigen wir uns mit der Arbeitslosigkeit in Europa.
- En nu tot slot nog kort nieuws en het weerbericht.
- Und nun zum Schluss noch die Kurznachrichten und die Wettervorhersage.
- Na het vwo-eindexamen wil ik graag aan de universiteit studeren.
- Nach dem Abitur möchte ich an der Universität studieren.
- Ik zou graag een jaar naar het buitenland willen gaan.
- Ich möchte gern ein Jahr ins Ausland gehen.
- Ik geef de auteur gelijk.
- Ich gebe dem Autor Recht.
- Ik ben zeer betrouwbaar en kan goed analyseren.
- Ich bin sehr zuverlässig und kann gut analysieren.
- Ik interesseer me zeer voor deze baan.
- Ich interessiere mich sehr für diesen Job.
- Dat is echt niet erg.
- Das ist wirklich nicht schlimm.
- Het maakt me helemaal niets uit.
- Es ist mir völlig egal.
- Word toch eens rustig!
- Beruhige dich doch!
- We vinden wel een oplossing.
- Wir finden schon eine Lösung.
- Maak je geen zorgen!
- Mach dir keine Sorgen!
- Maak je niet druk!
- Reg dich nicht auf!
- Alles komt in orde!
- Alles wird wieder gut!