1.2 Wisselwerking tussen de geofactoren
Woorden in deze lijst (8)
Origineel
- boreale zone
- landschapszone gekenmerkt door grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, waarbij de winters koud zijn. Er groeit hier hoofdzakelijk naaldwoud.
- chemische vruchtbaarheid
- de vruchtbaarheid die bepaald wordt door de hoeveelheid voedingsstoffen in een bodem
- fysische vruchtbaarheid
- de kwaliteit van de water- en luchthuishouding van de bodem afhankelijk van de structuur (korrelgrootteverdeling en poriën) van de bodem.
- gematigde zone
- landschapszone gekenmerkt door milde winters, koele zomers en voldoende vocht, waardoor er loofbossen groeien. Momenteel dichtbevolkt en in hoge mate in gebruik door de landbouw.
- monocultuur
- vorm van landbouw waarbij grote oppervlakten worden aangeplant met één gewas
- nuttige neerslag
- het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en verdamping
- polaire zone
- de landschapszone op hoge breedte waar het groeiseizoen erg kort is en geen bomen voorkomen omdat de zomertemperatuur onder de 10 °C ligt.
- tropische zone
- landschapszone rond de evenaar, gekenmerkt door tropisch regenwoud en savanne